De vrijgavehendels van de
aandrijfwielen gebruiken
WAARSCHUWING
Handen kunnen klem raken in de draaiende
onderdelen onder het maaidek. Dit kan tot ernstig
letsel leiden.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat alle
bewegende delen tot stilstand komen voordat u de
vrijgavehendels van de aandrijfwielen aanraakt.
WAARSCHUWING
De aandrijfeenheden van de motor en de hydrauliek
kunnen zeer heet worden. Aanraken van een hete
motor of hydraulische aandrijfeenheid kan ernstige
brandwonden veroorzaken.
Laat de motor en de hydraulische aandrijfeenheden
volledig afkoelen voordat u de vrijgavehendels van
de aandrijfwielen aanraakt.
De vrijgavehendels van de aandrijfwielen bevinden zich achter
de stoel en beneden in het motorgedeelte.
1. Schakel de aftakasschakelaar uit en draai het
contactsleuteltje naar de stand Uit. Zet de hendels in
de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking. Verwijder het sleuteltje.
2. Ga naar de omloophendels achter de stoel, beneden
aan de linker- en rechterkant van het frame.
3. Om de machine te duwen moet u de omloophendels
naar achteren en naar buiten brengen om deze te
vergrendelen. Kijk naar Figuur 28. Herhaal deze
procedure aan beide zijden van de machine.
4. Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine gaat
duwen.
1
3
5. Om de machine in te schakelen beweegt u de
omloophendels naar de voorste stand (Figuur 28).
Zijafvoer gebruiken
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider,
die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert.
GEVAAR
Als de grasgeleider, afsluiter van de afvoer of de
grasvanger niet op de juiste plaats zijn gemonteerd,
is er gevaar voor contact met de messen of
uitgeworpen voorwerpen voor uzelf en anderen.
Contact met het draaiende maaimes en uitgeworpen
voorwerpen kan lichamelijk of dodelijk letsel
veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Een beschadigde grasgeleider
moet direct worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het maaidek.
• U mag het uitwerpgebied en de maaimessen
niet reinigen tenzij u de aftakasschakelaar hebt
uitgeschakeld, het contactsleuteltje naar de
stand Uit hebt gedraaid en het sleuteltje hebt
verwijderd.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
Machine inladen
Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine op een
aanhanger of een vrachtwagen laadt. Wij adviseren u gebruik
te maken van een hellingbaan die de volle breedte van de
machine beslaat en zo breed is dat deze uitsteekt voorbij de
24
2
4
g017420
Figuur 28