5
4
3
2
1
9.
Verbind het aansluitstuk voor de VLT/VGA (1) met de
bocht (3).
10.
Verbind de bocht met het toevoerluchtaansluit-T-stuk
(5).
11.
Monteer de scheidingsinrichting (6) op het verlengstuk
(7). (→ Pagina 166)
12.
Koppel het verlengstuk aan de verbrandingsgasafvoer-
leiding.
13.
Koppel de ontkoppelinrichting aan het aansluitings-T-
stuk. Dit wordt dan later de scheidingsplaats.
14.
Monteer de luchtklem (8) van de ontkoppelinrichting.
15.
Verbind het toevoerluchtaansluit-T-stuk met het lucht-
aanzuigstuk (4).
16.
Verbind alle scheidingspunten met luchtklemmen (2).
(→ Pagina 168)
6.11
Verbinding tussen product en VLT/VGA-
aansluiting tot stand brengen
6.11.1 Ontkoppelinrichting monteren
Aanwijzing
De scheidingsinrichting dient voor de eenvou-
dige montage en de eenvoudige scheiding van de
VLT/VGA van het product. De scheidingsinrichting
kan verticaal of horizontaal worden gemonteerd.
6
5
4
1.
Schuif de scheidingsinrichting (2) zo ver mogelijk op de
verbrandingsgasbuis (1).
2.
Trek de scheidingsinrichting zo ver van de verbran-
dingsgasbuis terug dat het steekeinde van de schei-
dingsinrichting in de mof van de verbrandingsgasbuis
(3) zit.
166
7
6
8
A
3
2
1
Installatiehandleiding luchttoever- en verbrandingsgasafvoer ecoTEC exclusive 0020282314_00
Geldigheid: VLT/VGA ⌀ 60/100 mm
–
Afstand A: 100 ... 110 mm
Geldigheid: VLT/VGA ⌀ 80/125 mm
–
Afstand A: 82 ... 90 mm
3.
Verbind de luchtbuizen (4) en (6) met de luchtklem van
de scheidingsinrichting (5).
6.11.2 Verlengstukken monteren
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende ver-
brandingsgassen bij ondeskundige mon-
tage!
Door foute montage van de verbrandingsgas-
buizen/afdichtingen en ontbrekende beves-
tigingen aan wand/plafond kunnen verbran-
dingsgassen lekken.
▶
Om u te helpen bij het monteren kunt u
water of in de handel verkrijgbare zeep
gebruiken.
▶
Zorg er bij het plaatsen van de buizen
zeker voor dat de dichtingen goed zitten
(plaats geen beschadigde dichtingen).
▶
Ontbraam en kant de buizen af voordat ze
worden gemonteerd opdat de dichtingen
niet worden beschadigd. Verwijder de
spanen.
▶
Bouw geen gedeukte of op een andere
manier beschadigde buizen in.
▶
Bevestig elk verlengstuk met een beugel
aan de muur of aan het plafond. De af-
stand tussen 2 leidingklemmen mag maxi-
maal de lengtemaat van de verlenging
zijn, echter niet meer dan 2 m.
▶
Zet de verbrandingsgasbuis in de
afstandshouder van de luchtbuis vast.
▶
Let op voldoende weers- en UV-bescher-
ming bij de aansluiting op gevelsystemen.
1.
Draai de verbrandingsgasbuis (1) tot de kunststofnok
(2) uit de afstandshouder (4) loskomt.
2.
Trek de verbrandingsgasafvoer uit de luchtbuis (3).
3.
Meet eerst de vereiste lengte van de luchtbuis en be-
rekend dan de telkens bijbehorende lengte van de ver-
brandingsgasbuis.
4
3
2
1