▶ Gebruik voor gemakkelijkere montage
uitsluitend water, commerciële smeerzeep
of evt. het bijgevoegde glijmiddel.
Mortelresten, spaanders enz. in het verbran-
dingsgastraject hinderen de afvoer van de
verbrandingsgassen, zodat verbrandingsgas
kan uitstromen.
▶ Verwijder na afloop van de montage mor-
telresten, spaanders, enz. uit de VLT/VGA.
Verlengstukken die niet aan de muur of aan
het plafond zijn bevestigd, kunnen doorbui-
gen en uitzetten, zodat ze scheuren.
▶ Bevestig elk verlengstuk met een beugel
aan de muur of aan het plafond. De af-
stand tussen twee beugels mag hoogstens
zo lang als het verlengstuk zelf zijn.
▶ Monteer bij richtingsveranderingen kort
voor de bocht een extra leidingklem.
Condens dat in de verbrandingsgasleiding
blijft staan, kan de dichtingen beschadigen.
▶ Plaats de horizontale verbrandingsgasbuis
met verval naar het product.
– Verval naar het product: ≥ 3° (56 mm
per 1 m buislengte)
▶ Bouw de verslepingsdelen ⌀ 60/100 mm
en ⌀ 80/125 mm alleen verticaal in.
Een foute inbouwpositie leidt tot lekkend
condens aan het deksel van de revisieope-
ning en kan corrosieschade veroorzaken.
▶ Bouw het revisiebochtstuk volgens de af-
beelding in.
Scherpe randen aan de schacht kunnen de
flexibele verbrandingsgasleiding beschadi-
gen.
▶ Leid de verbrandingsgasleiding met twee
personen door de schacht.
▶ Probeer in geen geval de flexibele ver-
brandingsgasleiding zonder de montage-
hulp door de schacht te trekken.
0020282314_00 ecoTEC exclusive Installatiehandleiding luchttoever- en verbrandingsgasafvoer
1.3.3 Levensgevaar door lekkende
verbrandingsgassen door onderdruk
Als het product afhankelijk van de omge-
vingslucht gebruikt wordt, mag u het niet in
kamers plaatsen waar ventilatoren voor lucht-
afzuiging zorgen (bijv. verluchtingsinstalla-
ties, afzuigkappen, droogmachines met af-
voerbuis). Deze installaties veroorzaken een
onderdruk in de kamer. Door de onderdruk
kan bijv. verbrandingsgas van de monding
door de ringspleet tussen verbrandingsgas-
leiding en schacht of vanuit een meervoudig
bezet VGA-systeem door een niet-gebruikte
warmteopwekker in de opstelruimte worden
aangezogen. Het product mag dan afhanke-
lijk van de omgevingslucht worden gebruikt,
als het product en de ventilator niet gelijktijdig
kunnen werken of als er voldoende luchttoe-
voer gegarandeerd is.
▶ Bouw een wederzijdse vergrendeling van
ventilator en product in.
1.3.4 Brandgevaar en schade aan de
elektronica door blikseminslag
▶ Als het gebouw met een bliksembeveili-
gingsinstallatie uitgerust is, dan dient u de
VLT/VGA bij de bliksembeveiliging te be-
trekken.
▶ Als de verbrandingsgasleiding (buiten
het gebouw liggende onderdelen van de
VLT/VGA) materialen van metaal bevat,
dan moet u de verbrandingsgasleiding bij
de equipotentiaalverbinding betrekken.
1.3.5 Gevaar voor letsel door ijsvorming
Wanneer de VLT/VGA door het dak loopt,
kan de waterdamp in het verbrandingsgas bij
slecht weer op het dak of de dakconstructie
tot ijs bevriezen.
▶ Zorg ervoor dat dit ijs niet van het dak
schuift.
1.3.6 Risico op corrosie door roet in de
schoorstenen
Schoorstenen die vroeger het verbrandings-
gas hebben afgevoerd van met olie of vaste
brandstof gestookte warmteopwekkers
zijn niet geschikt voor de toevoer van ver-
brandingslucht. Chemische afzettingen in
de schoorsteen kunnen de verbrandings-
lucht belasten en corrosie in het product
veroorzaken.
119