11
Reiniging en
onderhoud
Het regelmatig verzorgen en onderhouden waar-
borgen een storingsvrij gebruik en een lange
levensduur van de warmtepomp.
n
Controleer de elektrische aansluitingen
Bij het buiten werking stellen van de warmte-
n
pomp het reservoir aftappen. Vorstgevaar!
n
We raden aan het reservoir regelmatig te rei-
nigen
n
Controleer de beschermingsanode regelmatig
n
We raden aan de warmwatertemperatuur zo
laag mogelijk in te stellen, voor het waarborgen
van een zo effectief mogelijk bedrijf
n
Controleer alle onderdelen op drukbestendig-
heid en lekkages. Controleer de koudemiddel-
vulhoeveelheid regelmatig
n
Voor de eventueel wettelijk voorgeschreven
lekdichtheidscontrole moet een onderhouds-
contract met een jaarlijks onderhoudsinterval
worden afgesloten met gespecialiseerd bedrijf.
n
Bij luchtaanzuiging uit een wasdroogkelder,
moeten geschikte filters worden voorzien en
maandelijks worden gecontroleerd. Houd ook
rekening met het maximale drukverlies.
12
Tijdelijk uit gebruik
nemen
Indien de verwarmingsinstallatie gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt (bijv. door
vakantie), mag deze toch niet geheel worden uit-
geschakeld!
n
Tijdens het tijdelijk uit gebruik nemen, moet de
installatie in de modus "Startklaar" worden
gebracht.
n
Voor de duur van de afwezigheid kunnen ver-
warmingstijden worden geprogrammeerd.
n
Als het uit gebruik nemen weer wordt beëin-
digd, moet de vorige bedrijfsmodus weer
worden hersteld.
n
Het wijzigen van de bedrijfsmodus is in het
hoofdstuk "bediening" beschreven.
AANWIJZING!
In de bedrijfsmodus „Startklaar" staat de warm-
tepomp standby. Alleen de antivriesfunctie van
de hele installatie wordt geactiveerd.
53