Standaardafwijking (klin getest)
Oppompdruk
Oppompsnelheid
Maximale manchetdruk
Methode voor verlagen van de druk
Kalibratie
Artefactonderdrukking
e
rgometrIeprotocollen
Protocol
1. WHO
2. BAL
3. Hollmann
4. STD France
5. Standaard
6. - 15. (vrij te programmeren)
Instelbereik
(*) Bij Bedieningsunit type P is de herstellast vast ingesteld op 25 W
t
(
estprotocol
uItsluItend BIj BedIenIngsunIt type
Protocol
Basislast
[W]
Hellingtest
0
PWC-130
25
(*)
PWC-150
50
(*)
PWC-170
50
(*)
(*) Bij het bereiken van de respectieve hartfrequentie (130/150/170) wordt de herstelfase ingeschakeld
systolisch/diastolisch: 7 mmHg (max.)
max. 300 mmHg, automatische aanpassing van de opblaasdruk
tijdens de oppompfase
tussen ong. 6 sec (op 140 mmHg) en ong. 18 sec (300 mmHg)
300 mmHg
pulsafhankelijke drukverlagingssnelheid
ong. 3 mmHg/polsslag of ong. 3 mmHg/sec
met extern drukmeetapparaat
automatische artefactonderdrukking evenals aannemelijkheidsvergeli-
jking van beide meetmethoden tijdens rustmeting
Basislast
Stadiumtijd
[W]
[min]
25
2
50
3
30
3
30
3
20
1
25
2
20 - 100
1 - 30
Duur
Last-
[sec]
verandering
[W]
120
25
0
25
0
25
0
50
- 51 -
Laststadium
Herstellast
[W]
[W]
25
25
50
25
40
25
30
25
25
25
25
25
1 - 400
20 - 100 (*)
K)
Stadiumtijd
Herstellast
[sec]
[W]
10
25
120
25
120
25
120
25
Herstelduur
[min]
99
99
99
99
99
99
1 - 99
Herstelduur
[min]
99
99
99
99