Bij het sluiten van de klittenbandsluiting moet de
metalen beugel (a) binnen het gemarkeerde indexbereik (b)
liggen en niet daar buiten.
Het klittenband van de manchet moet onder de metalen
beugel liggen (zie de afbeelding rechts).
c
ontrole van de manchetslang
Let er op dat de aansluitslang van de manchet tijdens
beweging niet tegen de knie van de patiënt kan stoten als
de patiënt de handen op het stuur heeft gelegd.
Zet de slang van de manchet vast met het aan het stuur
bevestigde klittenband.
Wijs de patiënt er op dat hij/zij zich tijdens een bloeddruk-
meting zo stil mogelijk moet houden en in het bijzonder
de spieren van de bovenarm zo ontspannen mogelijk moet
houden.
Pas op
• Gevaar voor de patiënt •
De manchet moet direct op de huid worden aangebracht. Opge-
stroopte kledingstukken mogen de bovenarm niet afklemmen.
Een manchet die te los is aangelegd leidt tot foutieve meetresul-
taten. Een te strak aangelegde manchet kan leiden tot afknelling
van aderen en kan ook letsel aan de huid of bloeduitstortingen
veroorzaken.
• Foutieve meting •
Een te los aangelegde manchet heeft invloed op de nauwkeurig-
heid van de meetresultaten. Om die reden breekt de computer
de meting af als niet binnen enkele seconden een bepaalde
minimumdruk wordt bereikt.
j
uiste positie van de manchet
a
fstand tot de knie
Waarschuwing
• Gevaar voor de patiënt •
Als er in uitzonderingsgevallen een te hoge druk wordt opge-
bouwd in de manchet, dan moet de manchet ofwel direct van de
arm worden afgehaald ofwel moet de slang van de manchet van
de bedieningskop worden afgetrokken.
Dit is ook van toepassing als de manchet niet op de juiste wijze
wordt ontlucht.
- 19 -
(
)
klittenband