Probleem en alarmcode
Het apparaat wordt niet gevuld met water.
•
Het eindlampje knippert 1 keer onder-
broken.
•
Geluidssignaal klinkt 1 keer.
Het apparaat pompt geen water weg.
•
Het eindlampje knippert 2 keer onder-
broken.
•
Geluidssignaal klinkt 2 keer.
De anti-overstromingsbeveiliging is aan.
•
Het eindlampje knippert 3 keer onder-
broken.
•
Geluidssignaal klinkt 3 keer.
Het apparaat stopt en start meerdere ke-
ren tijdens de werking.
Het programma duurt te lang.
Kleine lekkage uit de deur van het appa-
raat.
De deur van het apparaat sluit moeilijk.
Ratelende / kloppende geluiden vanuit het
apparaat.
Het apparaat maakt kortsluiting.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik", of
"Aanwijzingen en tips" voor andere
mogelijke oorzaken.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Controleer of de waterkraan is geopend.
•
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor
zo nodig contact op met uw lokale waterleidingbe-
drijf.
•
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
•
Controleer of het filter in de toevoerslang niet ver-
stopt is.
•
Controleer of er geen knikken of bochten in de wa-
tertoevoerslang aanwezig zijn.
•
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
•
Controleer of er geen knikken of bochten in de wa-
terafvoerslang aanwezig zijn.
•
Draai de waterkraan dicht en neem contact op met
de service-afdeling.
•
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsre-
sultaten en energiebesparing.
•
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert
u deze functie of wacht u tot het aftellen is voltooid.
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
•
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de
kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
•
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
•
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerang-
schikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de
korven.
•
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien.
•
De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk
werkende apparaten van stroom te voorzien. Con-
troleer de stroomsterkte van het stopcontact en het
vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik
zijnde apparaten uit.
•
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem
contact op met een servicecentrum.
Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze klantenservice.
Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn,
neemt u contact op met de service-afdeling.
15