12.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
•
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
•
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
•
= Droogprogramma op lage
temperatuur
•
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
12.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
• snelheid van de laatste keer
centrifugeren
• droogheidsniveau
• Soort wasgoed
• Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
12.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
13.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of
krimpen van kleding te
voorkomen, moet u de was
niet te droog maken.
12.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel
"Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
U zult uit ervaring merken wat de beste
manier is om uw wasgoed goed droog te
krijgen. Houd bij hoe lang uw
droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel
mogelijk uit het apparaat haalt.
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
13.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
NEDERLANDS
29