OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
16.3.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Selecteer koelen met behulp van de keuzeschakelaar koelen/
verwarmen op de afstandsbediening.
1
1
2 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
3 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
4 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor
dubbelstroom,
multi-stroom,
wandmontage). Zie
"16.4 Luchtstroomrichting instellen" op
pagina 85
voor meer informatie.
Stoppen
5 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
16.4
Luchtstroomrichting instellen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface.
16.4.1
Over de luchtstroomklep
Dubbelstroomunits+multi-stroomunits
Hoekunits
Units voor plafondmontage
Units voor wandmontage
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door
een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het
display.
Koelen
▪ Wanneer
de
kamertemperatuur lager is dan
de ingestelde temperatuur.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370475-1A – 2016.02
(ontvochtigen).
hoek,
plafondmontage
en
Verwarmen
▪ Bij het starten.
▪ Als
de
kamertemperatuur
hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
▪ Bij het ontdooien.
Koelen
▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het
koelen met een aan het plafond opgehangen of aan de wand
bevestigde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting
sturen,
en
verandert
gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan worden ingesteld op één van de
volgende manieren:
▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪ De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪ Automatische
en gewenste stand
WAARSCHUWING
Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl
de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen geklemd
geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie.
(alleen
voor
dubbelstroom,
plafondmontage en wandmontage).
▪ Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale
stand
. Anders kan er zich vocht of stof gaan
afzetten op het plafond of op de klep.
16.5
Master-gebruikersinterface
instellen
16.5.1
Over master-gebruikersinterface instellen
a
b
b
c
d
d
e
e
f
a
VRV-warmtepomp buitenunit
b
VRV directe-expansiebinnenunit (DX)
c
BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of
Sky Air (SA) directe-expansiebinnenunits (DX))
d
Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX))
e
Gebruikersinterface (specifiek afhankelijk van het type
binnenunit)
f
Gebruikersinterface (draadloos, specifiek afhankelijk van
het type binnenunit)
Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding
hiervoor, dan moet één van de gebruikersinterfaces worden
ingesteld als hoofdgebruikersinterface.
Op de displays van de slave-gebruikersinterfaces staat
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) en de slave-
gebruikersinterfaces volgen automatisch de bedrijfsstand bepaald
door de master-gebruikersinterface.
Verwarmen of koelen selecteren kan alleen met de master-
gebruikersinterface.
In speciale gevallen wordt de master-binnenunit als volgt bepaald:
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16 Bediening
Verwarmen
ook
de
aanduiding
op
.
multi-stroom,
hoek,
f
de
85