8.4
Over proefdraaien
De hiernavolgende procedure beschrijft het proefdraaien van het
volledige systeem. De volgende punten worden gecontroleerd en
beoordeeld:
▪ Controle van bedradingsfouten (controle van communicatie met
binnenunits).
▪ Controle of de afsluiters openen.
▪ Bepaling van de leidinglengte.
▪ Referentiegegevens
verzamelen
lekdetectie vereist is, moet bij het proefdraaien een uitvoerige
controle van de situatie van het koelmiddel worden uitgevoerd. Als
de lekdetectie NIET vereist is, mag de uitvoerige controle van de
situatie van het koelmiddel worden overgeslagen bij het
proefdraaien. Dit kan worden ingesteld met instelling [2‑88].
INFORMATIE
Buiten de volgende grenswaarden kan de toestand van het
koelmiddel niet worden gecontroleerd:
▪ Buitentemperatuur: 0~43°C droge bol
▪ Binnentemperatuur: 20~32°C droge bol
Waarde [2‑88]
0
Het systeem zal proefdraaien met een
uitvoerige controle van de situatie van het
koelmiddel. Na het proefdraaien is de unit klaar
voor lekdetectie (zie
lekdetectiefunctie" op pagina 49
informatie).
1
Het systeem zal proefdraaien zonder een
uitvoerige controle van de situatie van het
koelmiddel. Na het proefdraaien is de unit
NIET klaar voor lekdetectie.
INFORMATIE
▪ Wanneer [2‑88]=0, kan het proefdraaien tot 4 uur lang
duren.
▪ Wanneer [2‑88]=0 en het proefdraaien voortijdig werd
afgebroken,
wordt
aangegeven op de gebruikersinterface. Het systeem
kan worden gebruikt. De lekdetectiefunctie is NIET
beschikbaar. Laat het systeem best nog eens
proefdraaien.
▪ Als de automatische vulfunctie werd gebruikt, dan
informeert de unit de gebruiker over eventuele
ongunstige
omgevingsomstandigheden
verzamelen van uitvoerige gegevens over de situatie
van het koelmiddel. In dat geval werkt de lekdetectie
minder nauwkeurig. Laat het systeem in dat geval op
een gunstiger ogenblik opnieuw proefdraaien. Wanneer
tijdens de automatische vulprocedure geen "
"
" werd aangegeven, dan kunnen tijdens het
proefdraaien
betrouwbare
verzameld. Zie de omgevingsbeperkingen in de
informatietabel
van
automatisch vullen" op
De controles van de leidinglengte en van de toestand van het
koelmiddel worden niet uitgevoerd wanneer het systeem Hydrobox-
units of RA DX-binnenunits bevat.
▪ Laat het systeem proefdraaien na de eerste installatie. Anders
wordt de storingscode
aangegeven op de gebruikersinterface
en is de normale werking niet mogelijk of kunt u een afzonderlijke
binnenunit niet laten proefdraaien.
▪ Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit afzonderlijk
worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits één voor één
met een normale regeling op de gebruikersinterface na het
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370475-1A – 2016.02
voor
lekdetectie.
Als
de
Beschrijving
"7.4 Met behulp van de
voor meer
de
waarschuwingscode
voor
het
" of
gegevens
worden
"6.7.6 Stap
6a:
Koelmiddel
pagina 33.
beëindigen van het proefdraaien. Zie de montagehandleiding van
de binnenunit (bijv. Hydrobox) voor meer informatie over
afzonderlijk proefdraaien.
INFORMATIE
▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een
uniforme toestand te krijgen voordat de compressor
wordt gestart.
▪ Bij het proefdraaien kan het stromen van het
koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed
hoorbaar zijn en kan de displayweergave veranderen.
Dit zijn evenwel geen storingen.
8.5
Proefdraaien
1 Sluit alle voorpanelen zodat u geen verkeerde besluiten trekt
(behalve het servicedeksel van de inspectieopening in de
elektrische componentenkast).
2 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld; zie
"7.2 Lokale instellingen uitvoeren" op
3 Schakel de voeding naar de buitenunit en de aangesloten
binnenunits in.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
compressor te beschermen.
4 Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand)
staat; zie
"7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina
minstens 5 seconden op BS2. De unit begint het proefdraaien.
Gevolg: Het proefdraaien wordt automatisch uitgevoerd, op het
display van de buitenunit wordt "
gebruikersinterface van de binnenunits wordt de aanduiding
"Proefdraaien"
en
"Onder
aangegeven.
Stappen van de procedure van het automatisch proefdraaien van het
systeem:
Stap
Controle vóór het opstarten (drukvereffening)
Opstartregeling koelen
Koelen stabiel
Communicatiecontrole
Controle afsluiter
Controle leidinglengte
Controle hoeveelheid koelmiddel
Wanneer [2‑88]=0, uitvoerige controle situatie
koelmiddel
Afpompen
Unit stop
Opmerking: Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden
stilgelegd met de gebruikersinterface. Druk op BS3 om af te breken.
De unit stopt ±30 seconden later.
5 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7-
segmentendisplay van de buitenunit.
Beëindiging
Normaal beëindigd Geen aanduiding op het 7-segmentendisplay
(stilstand).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
8 Inbedrijfstelling
pagina 40.
stroom
te
voorzien
en
de
41. Druk
" aangegeven en op de
gecentraliseerde
besturing"
Beschrijving
Beschrijving
51