4.4
Controles voor het opstarten en tijdens de werking
BELANGRIJK
Ventielen in de vloeistofleiding niet volledig geopend! Vloeistofslag!
Beide ventielen moeten volledig geopend worden om te voorkomen dat er
vloeistof kan achterblijven die aanleiding kan geven tot vloeistofslag in de
compressor.
Vooraleer het systeem voor de eerste keer in werking treedt:
▪ Controleer dat alle ventielen in de vloeistofleiding volledig geopend zijn, behalve de HPV en BPV.
▪ Stel de parameters in op de regelaar in het programmer niveau 1 volgens de toepassing
(koudemiddel, compressor in-/uitschakelpunt instellingen, ventilator instelling...).
▪ Voer een visuele inspectie uit.
▪ Controleer als alles werkt zoals het moet, inclusief ieder manueel backup systeem.
▪ Controleer het volgende:
✓ Documentatie van het systeem en alle markeringen, special deze voor de PED
✓ Installatie van alle veiligheidsonderdelen
✓ Stel de juiste drukken in voor alle drukveiligheidsonderdelen en stel de drukken in waarop
het systeem moet stilvallen
✓ Olieniveau van de compressor en van het oliereservoir
✓ Als er absorptiekernen aanwezig zijn in de filter-drogers
✓ Druktest rapporten
✓ Alle ventielen open/gesloten als nodig voor de werking
Na de opstart en nadat de werking stabiel is bij de gevraagde werkingscondities:
▪ Het wordt aanbevolen om het olieniveau van de compressor te controleren. Indien nodig moet er
olie worden toegevoegd (halfverwege het kijkglas).
▪ Het volgende moet ook gecontroleerd worden:
✓ Koudemiddel niveau
✓ Oilie niveau in het oliereservoir
✓ Oververhitting van het expansieventiel
✓ Regelventielen voor subkritische en transkritische mode
✓ Werkingsdruk van het vloeistofvat (controle werking regelventielen)
✓ De werking van iedere andere koeleenheid
44
AGL_Unit_OME_4MTL_NL_Rev01