De fabrieksinstelling voor de hogedrukbeveiliging is een klein beetje lager dan de instelling van het
activatiepunt van de hogedruk beveiligingsschakelaar.
De sensor op het vloeistofvat wordt ook gebruikt om de druk te begrenzen als de bypass ventiel is
ingeschakeld.
Figuur 41: Druksensoren in het koelaggregaat CO
2
2.13.4 Hogedruk veiligheidsventiel – Perszijde van de compressor
Een veiligheidsventiel (van 120 bar voor de OME-4MTL-05X tot de OME-4MTL-09X, 130 bar voor
de OME-4MTL-12X) is geïnstalleerd aan de uitlaat van de gaskoeler. Dit ventiel beschermt de
hogedrukzijde inclusief de gaskoeler. In het geval van een geblokkeerd hogedruk veiligheidsventiel
(HPV) zal de hogedruk begrenzer de compressor stoppen vooraleer het ventiel te openen.
Dit ventiel bereikt 100 % van zijn afblaascapaciteit als de maximale aanvaardbare druk PS van de
compressor met 10 % wordt overschreden (opening vanaf 1,0 x PS, max capaciteit bij 1,1 x PS).
De schroefdraadaansluiting op het overdrukventiel is M24 x 1,5 (NPT-schroefdraad voor OME-
4MTL-12X.
Figuur 42: Hogedruk veiligheidsventiel aan hogedrukzijde
AGL_Unit_OME_4MTL_NL_Rev01
31