3.3.2
Elektrische bedrading
Voor de installatie op te starten moet u er zeker van zijn dat de aarding "PE" en de nul "N"
aangesloten zijn aan de hoofdschakelaar.
3.3.3
Elektrische beveilligingsklasse
▪ Het aggregaat is geclassificieerd met IPX4.
▪ Aansluitkast van de Stream 4MTL compressor: IP54 zoals voorgeschreven door de IEC 34.
▪ Ventilator: IP54 zoals voorgeschreven door de IEC 34.
3.4
Locatie en bevestiging
BELANGRIJK
Stof en vuil op het aggregaat! Levensduurs verkorting! Het aggregaat
moet altijd geplaatst worden waar dat het kan voorzien worden van een
zuivere luchtstroom. Vervuiling van de gaskoelervinnen zal leiden tot te hoge
gaskoeler temperaturen en daardoor zal de levensduur van het aggregaat
verkorten.
Het wordt aanbevolen om een vrije ruimte te laten bij de plaatsing van het aggregaat in de buurt van
een gevel (zie Figuur 54). Zowel de toegang tot het aggregaat voor onderhouds werkzaamheden
als de nodige plaats voor voldoende luchtstroming zijn hier in rekening gebracht. Tussen
2 koelaggregaten moet er een vrije ruimte zijn om te voorkomen dat er warme lucht van het ene
aggregaat door het andere wordt aangezogen.
Als er meerdere aggregaten geplaatst worden op een zelfde locatie moet de plaats van de
aggregaten weloverwogen zijn. Er kunnen verschillende variaties mogelijk zijn afhankelijk van het
aantal en de beschikbare plaats maar het is niet de bedoeling van deze richtlijn hier verder op in te
gaan. Zorg er in ieder geval voor dat er nooit een lucht bypass rond de aggregaten kan ontstaan.
954
Figuur 54: Afmetingen en afstanden voor de bevestiging (mm)
AGL_Unit_OME_4MTL_NL_Rev01
Luchtstroom
1600
Toegang voor
onderhoud
1579
39