Automatisch instellen: Hiermee stelt u in dat uw toestel
oefeningensets tijdens een krachttrainingsactiviteit
automatisch start en stopt.
Clubmelding: Geeft een prompt weer waarmee u na elke
gedetecteerde slag kunt invoeren welke golfclub u hebt
gebruikt.
Gegevensschermen: Hiermee kunt u gegevensschermen
aanpassen en nieuwe gegevensschermen toevoegen voor
de activiteit
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
Driver-afstand: Hiermee stelt u de gemiddelde afstand in die de
golfbal aflegt tijdens uw drive.
Bewerk gewicht: Hiermee kunt u het gewicht toevoegen dat
wordt gebruikt voor een trainingsset tijdens een krachttraining
of cardioactiviteit.
Video's inschakelen: Hiermee kunt u workouts met animatie en
instructies gebruiken voor een kracht-, cardio-, yoga- of
Pilates-activiteit. Animaties zijn beschikbaar voor vooraf
geïnstalleerde workouts en workouts die zijn gedownload via
Garmin Connect.
GPS: Hiermee kan de modus voor de GPS-antenne worden
ingesteld
(De GPS-instelling wijzigen, pagina
Grootte van bad: Hiermee kunt u de lengte van het bad
instellen voor zwemmen in een zwembad.
Scoremethode: Hiermee stelt u de scoremethode in voor het
afspelen van strokeplay of Stableford-scoring tijdens het
golfen.
Statistieken: Hiermee schakelt u het bijhouden van statistieken
tijdens het golfen in.
Status: Hiermee schakelt u het automatisch bijhouden van de
scores bij het begin van een ronde golf in of uit. De optie
Vraag altijd vraagt u of de score moet worden bijgehouden
als u een ronde start.
Toernooimodus: Schakelt functies uit die niet mogen worden
gebruikt tijdens officiële toernooien.
Trilsignalen: Hiermee worden meldingen ingeschakeld die u
waarschuwen om in of uit te ademen tijdens activiteiten voor
ademhaling.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt gegevensschermen aanpassen aan uw trainingsdoelen
of optionele accessoires. U kunt bijvoorbeeld op een van de
gegevensschermen uw rondetempo of hartslagzone laten
weergeven.
1
Houd het
ingedrukt.
2
Selecteer
> Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Gegevensschermen.
6
Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
7
Selecteer een of meer opties:
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle
activiteiten.
• Selecteer Indeling om de stijl van de gegevensvelden en
het aantal gegevensvelden op elk scherm met gegevens
aan te passen.
• Selecteer het scherm en selecteer Wijzig
gegevensvelden om de velden op een scherm met
gegevens aan te passen.
• Selecteer de schakelaar naast het scherm om een scherm
met gegevens te tonen of te verbergen.
• Selecteer Hartslagzonemeter om het scherm voor de
meter van de hartslagzone te tonen of te verbergen.
Uw toestel aanpassen
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten. Voor sommige waarschuwingen hebt u optionele
accessoires nodig, zoals een hartslagmeter of een
cadanssensor. Er zijn drie typen waarschuwingen:
Gebeurteniswaarschuwingen, bereikwaarschuwingen en
terugkerende waarschuwingen.
19).
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing
wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een specifieke
waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te
waarschuwen wanneer u een bepaald aantal calorieën
verbrandt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven
of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw
hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger
dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende
20).
waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschu-
wingsnaam
Cadans
Calorieën
Aangepast
Afstand
Hartslag
Tempo
Ren/Loop
Snelheid
Tijd
Een waarschuwing instellen
1
Houd
2
Selecteer
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Waarschuwingen.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Voeg nieuw toe om een nieuwe waarschuwing
toe te voegen voor de activiteit.
• Selecteer de naam van de waarschuwing om een
bestaande waarschuwing te wijzigen.
7
Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
8
Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden
in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing.
9
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Waarschuwings-
Beschrijving
type
Bereik
U kunt minimale en maximale
cadanswaarden instellen.
Gebeurtenis,
U kunt het aantal calorieën
terugkerend
instellen.
Gebeurtenis,
U kunt een bestaand bericht
terugkerend
selecteren of een aangepast
bericht maken en een waarschu-
wingstype selecteren.
Terugkerend
U kunt een afstandsinterval
instellen.
Bereik
U kunt minimale en maximale
waarden voor de hartslag instellen
of zonewijzigingen selecteren.
Bereik
U kunt minimale en maximale
tempowaarden instellen.
Terugkerend
U kunt regelmatige looppauzes
inlassen.
Bereik
U kunt minimale en maximale
snelheidswaarden instellen.
Gebeurtenis,
U kunt een tijdsinterval instellen.
terugkerend
ingedrukt.
> Activiteiten en apps.
19