OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een
golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de nauwkeurigheid
van het kompas beïnvloeden.
1
Druk op
.
2
Selecteer .
De pijl wijst naar de pinlocatie.
Layup- en dogleg-afstanden weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes.
1
Druk op
.
2
Selecteer .
OPMERKING: Afstanden en locaties worden uit de lijst
verwijderd wanneer u deze passeert.
Hindernissen weergeven
U kunt de afstanden tot hindernissen op de fairway weergeven
voor par 4 en 5 holes. Hindernissen die slagselectie
beïnvloeden worden los of in groepen weergeven zodat u de
afstand voor layup of carry gemakkelijker kunt bepalen.
1
Druk in het hole-weergavescherm op
• De afstanden tot het begin
dichtstbijzijnde hindernis worden op het scherm
weergegeven.
• Het type hindernis
vermeld.
• De green wordt als een halve cirkel
scherm weergegeven. De lijn onder de green geeft het
midden van de fairway aan.
• De locaties van hindernissen
fairway worden weergegeven onder de green.
2
Veeg om andere hindernissen voor de huidige hole weer te
geven.
Een slag meten met de Garmin AutoShot
Uw vívoactive toestel beschikt over een functie voor het
automatisch detecteren en vastleggen van slagen. Telkens
wanneer u tegen de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw
slagafstand vast, zodat u deze later kunt bekijken
shotgeschiedenis weergeven, pagina
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het
toestel op uw belangrijke pols draagt en goed contact maakt met
de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1
Start een ronde.
Als het toestel een slag detecteert, verschijnt uw slagafstand
in de banner
bovenaan in het scherm.
14
en selecteer
en het einde
van de
wordt boven aan het scherm
boven aan het
ten opzichte van de
™
functie
(Uw
14).
TIP: U kunt op de banner tikken om deze 10 seconden lang
te verbergen.
2
Loop of rijd rechtstreeks naar de bal.
3
Maak uw volgende slag.
Het toestel registreert de afstand van uw laatste shot.
Score bijhouden
1
Druk tijdens golfen op het
2
Selecteer
.
3
Veeg omhoog of omlaag om van hole te wisselen.
4
Tik in het midden van het scherm.
5
Selecteer
of
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
1
Houd het
ingedrukt.
2
Selecteer
> Activiteiten en apps > Golfen.
3
Selecteer de activiteitinstellingen.
.
4
Selecteer Score > Scoremethode.
5
Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert
scoringsmethode instellen, pagina
toegekend op basis van het aantal slagen ten opzichte van par.
Aan het einde van een ronde wint de hoogste score. Het toestel
kent punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf
Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten
in plaats van slagen.
Punten
Gespeelde slagen ten opzichte van par
0
2 of meer boven
1
1 boven
2
Par
3
1 onder
4
2 onder
5
3 onder
Golfstatistieken bijhouden
Als u Statistieken bijhouden op uw toestel inschakelt, kunt u de
statistieken voor de huidige ronde bekijken
bekijken, pagina
15). U kunt rondes vergelijken en uw
verbeteringen bijhouden met de Garmin Golf
1
Houd het
ingedrukt.
2
Selecteer
> Activiteiten en apps > Golfen.
3
Selecteer de activiteitinstellingen.
4
Selecteer Score > Statistieken.
Golfstatistieken vastleggen
Voordat u statistieken kunt vastleggen, moet u het bijhouden
van statistieken inschakelen
pagina
14).
1
Tik in de scorekaart op het midden van het scherm.
2
Stel het aantal gespeelde slagen in en selecteer Volgende.
3
Stel het aantal gespeelde putts in en selecteer OK.
4
Selecteer een optie:
• Als uw bal de fairway raakt, selecteert u .
• Als uw bal de fairway mist, selecteert u
Uw shotgeschiedenis weergeven
1
Druk na het spelen van een hole op
2
Selecteer
om informatie over uw laatste shot weer te
geven.
.
om de score in te stellen.
14), worden punten
(Uw rondeoverzicht
app.
™
(Golfstatistieken bijhouden,
.
Apps en activiteiten
(De
of
.