Via het menu
1
Selecteer [Roteren].
●
Druk op de knop [
[Roteren] op het tabblad [
2
Draai het beeld.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
●
Het beeld wordt telkens als u op de
knop [ ] drukt 90° gedraaid.
●
Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
●
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld
op [Uit] ( = 83).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
] en kies
] ( = 28).
] om terug te
●
Druk op de knop [
[Autom. draaien] te selecteren op het
tabblad [
]. Selecteer vervolgens [Uit]
( = 28).
Beelden kunnen niet worden geroteerd ( = 82) als
●
u [Autom. draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds
geroteerde beelden ook in hun oorspronkelijke richting
weergegeven.
In de modus Smart Shuffle ( = 77) worden beelden die
●
verticaal zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als
[Autom. draaien] is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide
beelden in de gedraaide stand.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] om
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
83