3
Schakel de printer in.
4
Schakel de camera in.
●
Druk op de knop [
] om de camera aan
te zetten.
5
Selecteer een beeld.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
6
Open het afdrukscherm.
●
Druk op de knop [ ], kies [ ] en druk
nogmaals op de knop [ ].
7
Druk het beeld af.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Print] te
kiezen en druk daarna op de knop [ ].
●
Het afdrukken start nu.
●
Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
●
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
Zie "Printers" ( = 128) voor PictBridge-compatibele printers van
●
het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Afdrukinstellingen configureren
1
Open het afdrukscherm.
●
Voer stap 1–6 bij "Eenvoudig afdrukken"
( = 134) uit om dit scherm te openen.
2
Configureer de instelling.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een
item te selecteren en druk vervolgens
op de knoppen [ ][ ] om een optie te
selecteren.
Hiermee worden de huidige
Default
printerinstellingen gebruikt.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
Datum
een datum.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
File No.
een bestandsnummer.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
Beiden
een datum en een bestandsnummer.
–
Uit
Hiermee worden de huidige
Default
printerinstellingen gebruikt.
–
Uit
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt
Aan
om de afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1
Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
Hiermee selecteert u het aantal af te
exemplaren
drukken exemplaren.
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven
–
Trimmen
dat u wilt afdrukken ( = 136).
Papier
Hiermee geeft u het papierformaat, de
–
inst.
indeling en andere gegevens op ( = 136).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
135