Inhoudsopgave
Advertenties
E11
Fout eindschakelaar laag:
niet gesloten tijdens
stijgen van wagen
E12
Fout eindschakelaar
hoog: niet gesloten
tijdens dalen van wagen
E13
Fout eindschakelaar laag:
geopend tijdens stijgen
van wagen
E14
Fout eindschakelaar
hoog: geopend tijdens
dalen van wagen
E16
Noodstop ingeschakeld
E17
Foutmelding time-out
communicatie met
kompas - Het kompas
reageert niet
E18
Foutmelding kalibratie
kompas of te
hoge magnetische
interferentie
E19
Foutmelding faseuitval
kompas
EFA
Geheugenfout
EFF
EF0
Geheugenfout
EF9
E20
Geheugenfout
E29
E2A
Geheugenfout
E2F
E32
Waarschuwing lege
batterij in rusttoestand
E33
Waarschuwing lege
batterij bij aandrijving
E50
Fout in de sensoren voor
positie plooibewerking
E51
Blokkering
plooibewerking tijdens
sluiting
E52
Blokkering
plooibewerking tijdens
opening
18
18
- Blokkering van motor van wagen.
- Eindschakelaar
defect
geblokkeerd.
- Blokkering van motor van wagen.
- Eindschakelaar
defect
geblokkeerd.
- De
wagen
verplaatst
zich
tegengestelde richting.
- De
wagen
verplaatst
zich
tegengestelde richting.
- Noodknop ingedrukt.
- Luik wagen open.
- De uitbreidingskaart is niet correct
geplaatst.
- 24 V-voedingsaansluiting
- Interferentie door magnetisch veld.
- Fase-uitval voor time-out.
- Magnetisch veld te zwak of hoge
magnetische interferentie.
- Interne fout.
- Interne fout.
- Interne fout.
- Interne fout.
- De batterij is leeg en de robot staat
stil.
- De batterij is leeg en de robot wordt
aangedreven.
- Beide sensoren zijn bezet.
- De plooibewerking is geblokkeerd
op de hoge sensor.
- De plooibewerking is geblokkeerd
op de lage sensor.
- De motoraandrijving van de wagen controleren
(motorborstels).
of
- De sensor deblokkeren, of indien defect,
Bedieningspaneel
vervangen. Controleer de borstels van de
rolwagenmotor.
- De motoraandrijving van de wagen controleren
(motorborstels).
of
- De sensor deblokkeren, of indien defect,
vervangen.
in
- De draairichting moet worden omgedraaid, of
de eindschakelaars zijn omgedraaid.
in
- De draairichting moet worden omgedraaid, of
de eindschakelaars zijn omgedraaid.
- De knop deblokkeren en de stroomkring
herstellen.
- Het luik sluiten en de stroomkring herstellen,
bij wagen MB of EB de brug op connector
controleren.Controleer noodmicroschakelaar.
- Controleer de bevestiging zoals aangegeven in
het hoofdstuk "Kompas" in deze handleiding.
Controleer ook of de pinnen geen roest
vertonen. Verwijder de kaart en probeer hem
opnieuw te plaatsen.
- Controleer de bedrading van de kaart zoals
aangegeven in het hoofdstuk "Kompas".
- Controleer of er zich geen kabels of metalen
voorwerpen in de buurt van het kompas
bevinden.
- Controleer of de robot ten minste één
omwenteling heeft uitgevoerd, anders moet de
waarde van parameter F54 worden verhoogd.
- De perimeter van de pallet moet handmatig
worden ingesteld met gebruikersparameter F21.
- Neem contact op met de ondersteuning.
- Neem contact op met de ondersteuning.
- Neem contact op met de ondersteuning.
- Neem contact op met de ondersteuning.
- Laad de batterij opnieuw op; vervang de batterij
als het probleem aanhoudt.
- Laad de batterij opnieuw op; vervang de batterij
als het probleem aanhoudt.
- De correcte elektrische bekabeling of correcte
installatie en mechanische werking controleren.
- De werking van de motor controleren.
- De elektrische aansluiting controleren.
- Zorg
ervoor
dat
er
belemmeringen zijn.
- Controleer de werking van de sensor.
- De werking van de motor controleren.
- De elektrische aansluiting controleren.
- Zorg
ervoor
dat
er
belemmeringen zijn.
| ROBOT - KOLOM
geen
mechanische
geen
mechanische
Rev.0 16/11/2021
Advertenties
Inhoudsopgave
