Inhoudsopgave
Advertenties
2.7
Systemen
Installatie 1: standaard zonne-energie-installatie
De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi-
lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel-
temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de
boiler geladen tot het uitschakeltemperatuurverschil (DT A) of de maximumtem-
peratuur van de boiler (S MX) is bereikt.
Sensoren S3 en S4 kunnen optioneel worden aangesloten. S3 kan optioneel ook
worden gebruikt als referentiesensor voor de optie nooduitschakeling boiler
(OSNO)
PWM
VFD
S1
R1
S4 / VFD / TVL
S4 / VFD / TRL
8
Wanneer de warmteverbruiksmeting (OWMZ) is geactiveerd, worden S4 en VFD
gebruikt als aanvoer-, resp. retoursensor.
Als de drainback-optie (ODB) is geactiveerd, kan relais 2 voor het activeren van de
boosterpomp worden gebruikt. Hiervoor moet de boosterfunctie (OBST) zijn geac-
tiveerd.
VBus
9 10
S3 / TSPO
S2
S1
drainback-installatie
(met boosterpomp)
R1
R2
Voorbeeld
S3
S2
Advertenties
Inhoudsopgave
