3
Instrumenten en bedieningselementen
OPMERKING
De snelheid van de vorken is evenredig aan
●
de bedieningsweg van de knop (4)
Als de vorken volledig zijn neergelaten,
●
wordt de daalsnelheid van de vorken tegen
het einde van de daalbeweging automatisch
verlaagd (soft landing)
Knop 'Vorken heffen' (5)
Druk op de knop (5) om de vorken te heffen
●
tot zij de maximale hoogte hebben bereikt.
De beweging van de vorken kan op ieder
●
moment worden gestopt door de knop (5)
los te laten. De vorken stoppen in de actue-
le positie.
De drukknop 'Vorken heffen' (5) is alleen
●
actief als de dissel in de werkstand is ge-
kanteld.
OPMERKING
De snelheid van de vorken is evenredig aan
de bedieningsweg van de knop (5)
Claxonknop (6)
Druk op de knop (6) om de claxon te bedie-
●
nen. Hiermee kan de bestuurder zijn aan-
wezigheid kenbaar maken, indien nodig.
Veiligheids-omkeerschakelaar (7)
Druk op de knop (7) terwijl de machine zich
●
in de richting van de bestuurder verplaatst
om de rijrichting automatisch te veranderen.
Tijdens de verandering van de rijrichting
wordt de rijsnelheid van de machine gedu-
rende een paar seconden verlaagd
De knop (7) is een veiligheidsvoorziening. De-
ze is bijzonder nuttig bij het werk in krappe
ruimtes; hij voorkomt dat de bestuurder be-
kneld raakt tussen een muur en de disselkop.
De rijrichting van de machine wordt omge-
keerd wanneer de knop (7) in contact komt
met het lichaam van de bestuurder. Wanneer
de bestuurder weg beweegt en de knop (7)
loslaat, stopt de machine.
42
45758043446 NL - 11/2021 - 08
Overzicht