4
Last hanteren
Automatische snelheidsbegren-
zing wanneer de vorken boven
de veiligheidssensoren worden
geheven
Zoals in het hoofdstuk Veiligheidsvoorzienin-
gen is aangegeven (zie
OPMERKINGPlaats van de veiligheidsvoor-
zieningenBladzijde, Koppeling deel 23 ), is de
machine uitgerust met:
500mm-sensor voor automatische snel-
●
heidsbegrenzing wanneer de vorken hoger
dan ca. 500 mm boven de grond worden
geheven.
1700mm-sensor Automatische rijsnelheids-
●
begrenzing als de vorken zich ongeveer
1700 mm boven de grond bevinden.
OPMERKING
De automatische begrenzing van de rijsnel-
heid van de machine blijft actief wanneer de
vorken tijdens het rijden tot onder de sensor-
hoogte (500 mm en 1700 mm) worden neer-
gelaten (rijschakelaar bediend).
Om de automatische begrenzing van de rij-
snelheid in deze situatie te deactiveren, laat u
de rijschakelaar helemaal los nadat u de vor-
ken tot onder de sensorhoogte (500 mm en
1700 mm) hebt neergelaten. Als de rijschake-
laar vervolgens opnieuw wordt bediend, zal de
machine verder rijden zonder de eerdere auto-
matische snelheidsbegrenzing.
Last oppakken
Last van de grond oppakken
– Nader de last voorzichtig en zo nauwkeurig
mogelijk.
– Laat de vorken en de steunarmen zakken
zodat zij gemakkelijk in de pallet kunnen
worden gestoken.
– Steek de vorken langzaam onder het mid-
den van de op te heffen last.
112
H oofdstuk
⇒
45758043446 NL - 11/2021 - 08
Gebruik