Hoofdstuk 1
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Open de cartridgeklep
c. Verwijder een cartridge door op het lipje de drukken en de cartridge uit de sleuf te halen.
d. Plaats de cartridge terug door deze naar voren te schuiven in de sleuf tot hij vastklikt.
Plaats de cartridge terug in de juiste sleuf.
e. Herhaal stappen c en d voor elk van de resterende patronen.
f.
Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te zoeken die niet volledig naar
beneden zijn gedrukt.
g. Indien een cartridge boven bleef steken en niet terug op zijn plaats klikt, moet u het cartridgelipje zo mogelijk
goed plaatsen.
Oplossing 2: Plaats het lipje van de cartridge goed.
▲
Verwijder de inktcartridge uit de wagen.
Plaats het lipje van de cartridge goed.
a. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge. Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer
1,27 cm.
Het lipje wegplooien
46