Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hp Photosmart Estation C510 Series - Documenten Afdrukken; Hp Photosmart Estation C510 Series - Foto's Afdrukken Die Op Uw Computer Zijn Opgeslagen - HP Photosmart eStation C510 Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 1
HP Photosmart eStation C510 series - Documenten
afdrukken
Afdrukken vanuit een softwareprogramma
1.
Zorg dat er papier in de papierlade is geplaatst.
2.
Klik in het menu Bestand van uw programma op Afdrukken.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking
van de foto.
5.
Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn op de tabbladen
Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip
U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door een van de vooraf ingestelde
taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel
afdrukopties instellen. De standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen hier aanpassen en uw
aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel
afdrukken wilt opslaan, selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie te
verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
HP Photosmart eStation C510 series - Foto's afdrukken die
op uw computer zijn opgeslagen
Een foto op fotopapier afdrukken
1.
Zorg ervoor dat er fotopapier in de fotolade is geplaatst.
2.
Plaats het fotopapier met de bedrukte zijde naar onder aan de rechterkant in de fotolade.
Laad fotopapier in de papierlade.
3.
Schuif de papierbreedtegeleider tot deze tegen de rand van het papier aankomt.
4.
Klik in het menu Bestand van uw programma op Afdrukken.
5.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
6.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
32
Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste fotopapier en voor de verbetering

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave