14.1 Stroomuitval
Tijdens een stroomuitval stijgt de
temperatuur in het apparaat, hierdoor
verkort de bewaartijd en de kwaliteit
van de diepvriesproducten vermin-
dert.
Op onze website van uw apparaat
vindt in de technische gegevens de
bewaartijd van de diepvriesproducten
in geval van een storing.
Opmerkingen
Het apparaat tijdens een stroomuit-
¡
val zo weinig mogelijk openen en
geen andere levensmiddelen inrui-
men.
De kwaliteit van de levensmiddelen
¡
onmiddellijk na de stroomuitval
controleren.
– Diepvriesproducten die ontdooid
en warmer dan 5 °C zijn, weg-
gooien.
– Licht ontdooide diepvriesproduc-
ten koken of bakken en ofwel
verbruiken of opnieuw invriezen.
14.2 Apparaatzelftest uitvoe-
ren
Uw apparaat beschikt over een appa-
raatzelftest, welke storingen weer-
geeft, die uw service kan verhelpen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 65
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Het apparaat na 5 minuten op-
3.
nieuw elektrisch aansluiten.
→ Pagina 63
Binnen 10 seconden na het in-
4.
schakelen van de elektrische aan-
sluiting
gedurende 3 tot 5 se-
conden ingedrukt houden tot een
akoestisch signaal klinkt.
De apparaatzelftest start wanneer
a
de temperatuurindicaties na elkaar
gaan branden.
Als na het einde van de apparaat-
a
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
Wanneer na het einde van de zelf-
a
test van het apparaat 5 akoesti-
sche signalen klinken en de leds
van de temperatuuraanwijzing met
verschillende helderheid branden,
neem dan contact op met de servi-
ce. De leds geven de servicedienst
aanwijzingen omtrent de actuele
storing.
Opslaan en afvoeren
15 Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 65
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Alle levensmiddelen verwijderen.
3.
Het apparaat ontdooien.
4.
→ Pagina 68
Het apparaat reinigen.
5.
→ Pagina 69
Om de ventilatie van het interieur
6.
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Opslaan en afvoeren nl
73