3
INSTALLATIE
3
INSTALLATIE
3.1
CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE
a
De installatie dient te worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel, met inachtneming van de wetten, voor-
schriften en regels en van de inhoud van deze aanwijzingen.
Voordat het product wordt geïnstalleerd moet het volgende worden gedaan:
– controleren of het geleverde materiaal onbeschadigd is
– controleren of al het materiaal in goede staat verkeert en geschikt is voor
het beoogde gebruik
– controleer of de poortstructuur geschikt is om geautomatiseerd te worden
– controleer of de kenmerken van de poort binnen de gebruikslimieten vallen
zoals aangegeven in de paragraaf "Gebruikslimieten van het product"
(pag. 4)
– controleer of er over de gehele loop van de poort, zowel bij sluiting als
opening, geen punten met een grotere wrijving zijn
– kies de bevestigingsplaats van de reductiemotor zo, dat deze gemakkelijk
en veilig ontgrendeld en bewogen kan worden
– Controleer of de bevestigingspunten van de diverse inrichtingen zo be-
schermd zijn dat er niet tegen gestoten kan worden, en of de bevestigings-
vlakken stevig genoeg zijn
– Zorg ervoor dat geen enkel deel van het automatisme in water of een an-
dere vloeistof kan terechtkomen
– Houd alle onderdelen van het product uit de buurt van warmtebronnen
en open vuur. Breng ze ook niet in omgevingen waar ontploffingsgevaar
bestaat of die bijzonder zuur of zout zijn, want dan zou het product scha-
de kunnen oplopen of zouden er storingen of gevaarlijke situaties kunnen
ontstaan
– Sluit de besturingseenheid aan op een elektrische voedingslijn met veilig-
heidsaarding
– Op het spanningsnet moet een voorziening worden aangebracht die vol-
ledige loskoppeling van de automatisering van de netvoeding verzekert.
De stroomonderbreker moet een openingsafstand tussen de contacten
hebben die volledige afkoppeling mogelijk maakt bij de condities die zijn
vastgelegd voor overspanningscategorie III, conform de installatieregels.
Wanneer nodig staat deze voorziening garant voor snelle, veilige loskoppe-
ling van de voeding; daarom moet zij op een punt worden aangebracht dat
te zien is vanaf de automatisering. Als de voorziening op een niet-zichtbare
locatie wordt geplaatst, moet zij een systeem hebben dat een eventuele
onbedoelde of niet-geautoriseerde heraankoppeling van de voeding blok-
keert, zodat elk gevaar wordt voorkomen. De stroomonderbreker wordt
niet meegeleverd met het product.
3.2
GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET PRODUCT
De gegevens met betrekking tot de prestaties van het product vindt u in het "
TECHNISCHE KENMERKEN" (pag. 31) en zijn de enige waarden waarmee
de geschiktheid voor gebruik correct kan worden beoordeeld.
Controleer de gebruikslimieten van SPIDO en van de accessoires die u wilt
installeren, en beoordeel de geschiktheid van hun kenmerken voor de omge-
vingseisen en de hieronder vermelde beperkingen:
– de afmetingen van de poort moeten kleiner dan 10,5 m
– het gewicht van de poort mag niet hoger zijn dan 110 kg
– de bevestigingssteun aan de wand moet lang genoeg zijn.
SPIDO - GEBRUIKSLIMIETEN IN VERHOUDING TOT HET SOORT POORT
Model
Type rail
SR32/16
SPIDO
SR32/16 +
SR08 of SR40
4 – NEDERLANDS
zijn
2
Kantelpoort,
niet uitstekend
Sectionaal-
(met
poorten
accessoire
SPA5)
3,7 x 2,6 m
3,5 x 2,4 m
(W x H)
(W x H)
[9,62 mq]
[8,4 mq]
2,9 x 3,4 m
2,7 x 3,4 m
(W x H)
(W x H)
[9,86 mq]
[9,18 mq]
De maten in "Tabel 1" zijn indicatief en dienen uitsluitend om een maximale
schatting te maken. De vraag of SPIDO daadwerkelijk geschikt is om een
bepaalde poort te automatiseren, hangt af van de balanceringsgraad van de
vleugel, van de wrijving van de rails en van andere, ook toevallige verschijn-
selen zoals de winddruk of de aanwezigheid van ijs, waardoor de beweging
van de vleugel belemmerd zou kunnen worden.
Voor een reële controle is het absoluut noodzakelijk de kracht te meten die
nodig is om de vleugel over het gehele traject te laten bewegen en te contro-
leren dat deze het "nominale koppel" niet overschrijdt, dat aangegeven is in
hoofdstuk "TECHNISCHE KENMERKEN" (pag. 31).
a
Om oververhitting te voorkomen heeft de besturingseen-
heid een begrenzer van het aantal manoeuvres die zich
baseert op de belasting van de motor en de duur van de
cycli en in werking treedt wanneer de maximale limiet over-
schreden wordt.
3.3
IDENTIFICATIE EN AFMETINGEN
De afmetingen van de ingenomen ruimte staan aangegeven in "Afbeelding
3".
3
192 mm
3.4
ONTVANGST VAN HET PRODUCT
Hieronder vindt u een lijst en afbeeldingen van alle onderdelen van de kit.
4
G
Tabel 1
Kantelpoort,
uitstekend
(met
A
Reductiemotor
accessoire
B
Ontgrendelingssysteem en metalen bevestigingselementen (schroe-
SPA5)
ven, borgringen enz.)
Kanteldeur
C
Trekstang
met veren
(zonder
D
Bevestigingsbeugel poort
accessoire
E
Koppeling voor rail (in geval van tweedelige rail)
SPA5)
F
Geassembleerde \ voorgeassembleerde rail
3,5 x 3 m
G
Beugel voor muurbevestiging
(W x H)
H
Beugel voor plafondbevestiging
[10,5 mq]
I
Bevestigingsbeugel voor motor
3 x 3,6 m
(W x H)
[10,8 mq]
250 mm
70 mm
F
E
D
H
I
123 mm
90 mm
30 mm
B
C
A