Voordat u de automatisering voor de eerste maal gaat gebruiken, is het raad-
zaam u door de installateur te laten uitleggen waar de restrisico's ontstaan en
enkele minuten van uw tijd te besteden aan het lezen van deze handleiding
met aanwijzingen en aanbevelingen die u van de installateur hebt gekregen.
Bewaar deze handleiding voor eventuele twijfels in de toekomst en geef de
handleiding door aan een eventuele nieuwe eigenaar van de automatisering.
a
LET OP!
Uw automatisering is een apparaat dat uw instructies ge-
trouw uitvoert. Door nonchalant en oneigenlijk gebruik kan
het echter gevaarlijk worden:
– laat de automatisering niet werken als er zich mensen, dieren of
zaken binnen haar bereik bevinden
– het is ten strengste verboden om onderdelen van de automatise-
ring aan te raken terwijl deze in beweging is
– de fotocellen zijn geen veiligheidsinrichting, maar slechts een hulp-
middel voor de veiligheid. Ze zijn met zeer betrouwbare technolo-
gie vervaardigd, maar kunnen in extreme situaties slecht functio-
neren of zelfs defect raken. In sommige gevallen is het defect niet
direct zicht- of merkbaar
– controleer de werking van de fotocellen regelmatig.
a
HET IS TEN STRENGSTE VERBODEN om onder het rolluik
door te passeren terwijl het aan het sluiten is! De doorgang
is alleen toegestaan als de automatisering volledig geo-
pend is en stilstaat.
a
KINDEREN
Een automatiseringssysteem waarborgt een hoge vei-
ligheidsgraad. Met zijn detectiesystemen controleert en
waarborgt het zijn beweging als er mensen of voorwerpen
aanwezig zijn. Het is echter verstandig om kinderen te ver-
bieden in de buurt van de automatisering te spelen en de
afstandsbedieningen buiten hun bereik te houden om on-
opzettelijke activeringen te vermijden. De automatisering is
geen speelgoed!
Het product is niet geschikt om gebruikt te worden door
personen (inclusief kinderen) met fysieke, zintuiglijke of
mentale beperkingen of die onvoldoende kennis en/of erva-
ring hebben, tenzij zij bij het gebruik van het product onder
toezicht staan, of instructies hebben gekregen, van iemand
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Storingen: als u welk afwijkend gedrag dan ook van de automatisering op-
merkt, moet de elektrische voeding naar het systeem worden uitgeschakeld
en moet de motor met de hand worden ontgrendeld (zie de aanwijzingen
aan het einde van het hoofdstuk) om de automatisering met de hand te laten
werken. Repareer de installatie niet zelf, maar roep de hulp van een erkende
installateur in.
l
Breng geen wijzigingen aan de installatie en/of de program-
merings- en instellingsparameters van de besturingseen-
heid aan: de verantwoordelijkheid ligt bij uw installateur.
Breuk of stroomuitval: in afwachting van de komst van uw installateur of
terugkeer van de elektriciteit kan de automatisering, ook als de installatie
geen noodvoeding heeft, toch worden gebruikt: dit doet u door de motor
met de hand te ontgrendelen (zie de aanwijzingen aan het einde van het
hoofdstuk) en de automatisering met de hand te bewegen.
INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
Veiligheidsinrichtingen buiten gebruik: het is mogelijk de automatisering
ook te laten werken wanneer een van de veiligheidsinrichtingen niet goed
functioneert of buiten bedrijf is. De automatisering kan als volgt worden be-
diend in de modus "Persoon aanwezig":
1.
2.
3.
m
De eindtest, de periodieke onderhoudswerkzaamheden en de eventuele re-
paratiewerkzaamheden moeten gedocumenteerd worden door degene die
het werk uitvoert en de documenten moeten door de eigenaar van de instal-
latie worden bewaard. Het enige dat de gebruiker periodiek kan doen, is het
schoonmaken van de lenzen van de fotocellen (gebruik hiervoor een zachte,
enigszins vochtige doek) en het verwijderen van eventuele bladeren of stenen
die de automatisering zouden kunnen hinderen.
m
Onderhoud: Om het veiligheidsniveau constant te houden en de maximale
levensduur van de gehele automatisering te garanderen, is regelmatig onder-
houd nodig (minstens eenmaal per 6 maanden).
l
Verwerking als afval: Als de automatisering niet meer gebruikt kan wor-
den, dient u zich ervan te vergewissen dat zij wordt gedemonteerd door
gekwalificeerd personeel en dat het materiaal volgens de plaatselijk geldende
voorschriften wordt gerecycled of naar de afvalverwerking wordt gezonden.
Vervanging van de batterij van de afstandsbediening: als uw afstands-
bediening na enige tijd minder goed of helemaal niet lijkt te werken, zou dit
eenvoudigweg kunnen komen doordat de batterij leeg is (afhankelijk van het
type daarvan kan dat na verschillende maanden of meer dan een jaar zijn). Dit
is te merken doordat het controlelampje dat de doorzending bevestigt, zwak
brandt, of helemaal niet brandt, of slechts eventjes brandt. Voordat u zich
tot de installateur wendt kunt u proberen de batterij van een andere zender
die wèl werkt, in te zetten: als dit de oorzaak van de storing is, hoeft u alleen
maar een nieuwe batterij van hetzelfde type te plaatsen.
geef een commando om de automatisering aan te drijven met een
zender of een sleutelschakelaar enz.. Als alles goed functioneert, zal
de automatisering normaal bewegen, anders zal het knipperlicht en-
kele malen knipperen en zal de beweging niet van start gaan (het
aantal malen dat het knipperlicht knippert, heeft te maken met de
reden waarom de beweging niet van start kan gaan)
geef in dit geval binnen 3 seconden de instructie opnieuw en houd de
betreffende toets ingedrukt
na ongeveer 2 seconden zal de automatisering de gewenste bewe-
ging uitvoeren in de modus "Persoon aanwezig"; dat wil zeggen
dat de automatisering alleen blijft bewegen zolang het commando
geactiveerd blijft.
Als de veiligheidsinrichtingen buiten gebruik zijn, wordt
aanbevolen de reparatie zo snel mogelijk te laten uitvoeren
door een gekwalificeerd technicus.
Voordat er onderhoud wordt verricht moet de gebruiker
van de automatisering de motor met de hand ontgrende-
len om te voorkomen dat deze de automatisering ongewild
zou aandrijven (zie de aanwijzingen aan het einde van het
hoofdstuk).
Alle controle-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
NEDERLANDS – 33