Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verdere Informatie (Accessoires); Toevoegen Of Verwijderen Van Inrichtingen; Ingang Stop; Fotocellen Met Functie Phototest - Nice SPIDO Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9

VERDERE INFORMATIE (Accessoires)

9
VERDERE INFORMATIE (Accessoires)
9.1
TOEVOEGEN OF VERWIJDEREN VAN
INRICHTINGEN
Functionaliteit aanwezig in het menu INSTALLATIE.
U kunt op elk gewenst moment een inrichting aan een geïnstalleerde au-
tomatisering toevoegen of er een uit verwijderen. Met name op de ingang
"STOP" kunnen verschillende soorten inrichtingen worden aangesloten zoals
aangegeven in de volgende paragrafen.
Bij elke wijziging die wordt aangebracht in de onderdelen van de automati-
sering, moet de hieronder beschreven procedure worden uitgevoerd om de
juiste werking te garanderen.
Om de procedure te starten:
1.
ga naar het menu INSTALLATIE (zie hoofdstuk "Programmering van
de besturingseenheid" op pag. 16)
2.
houd de toets
g
54")
54
STOP/SET
3.
aan het einde van het aanleren van de inrichting knippert het display
langzaam: laat de toets
l
Als het symbool op het display niet opnieuw langzaam gaat
knipperen, wacht dan 15 seconden zonder op een toets te
drukken. De besturingseenheid annuleert de installatiepro-
cedure automatisch. Voer de procedure opnieuw uit vanaf
punt 1.
4.
ga met de toets
h
op de toets
g

9.1.1 INGANG STOP

STOP is de ingang die de onmiddellijke onderbreking van de manoeuvre
veroorzaakt (met een kortstondige omkering). Op deze ingang kunnen inrich-
tingen met uitgang voor normaal open contacten 'NO' aangesloten worden,
maar ook inrichtingen met uitgang voor normaal gesloten contacten 'NC',
optische inrichtingen ("Opto Sensor") of inrichtingen met uitgang voor con-
stante weerstand 8,2 KΩ, bijvoorbeeld contactlijsten.
Tijdens de aanleerfase herkent de besturingseenheid het type van de in-
richting die op de STOP-ingang is aangesloten, en later, tijdens het normaal
gebruik van de automatisering, geeft de besturingseenheid opdracht om
te stoppen wanneer een afwijking ten opzichte van de aangeleerde status
wordt vastgesteld.
ingedrukt (circa 6 seconden) ("Afbeelding
DISPLAY
g
los
naar het afsluitsymbool en druk eenmaal
om het menu af te sluiten.
Door het uitvoeren van de juiste handelingen kunt u op de STOP-ingang
meer dan één inrichting aansluiten, ook al zijn die niet van hetzelfde type:
– Er kunnen meerdere NO-inrichtingen parallel aan elkaar aangesloten wor-
den zonder beperking van het aantal daarvan.
– Er kunnen meerdere NC-inrichtingen onderling in serie aangesloten wor-
den zonder beperking van het aantal daarvan.
– Twee inrichtingen met een uitgang met constante weerstand van 8,2 kΩ
kunnen parallel geschakeld worden; als er meer dan 2 inrichtingen zijn,
moeten alle inrichtingen via een "cascadeschakeling" op één enkele af-
sluitweerstand van 8,2 kΩ aangesloten worden.
– Een combinatie van NO en NC is mogelijk door de 2 contacten parallel te
schakelen en met het NC-contact een weerstand van 8,2 kΩ in serie te
verbinden (dit maakt dus ook de combinatie van 3 inrichtingen mogelijk:
NO, NC en 8,2 kΩ).
– Voor de aansluiting van een optische inrichting volgt u het schema in "Af-
beelding 55". De maximaal geleverde stroom op de 12 Vdc-leiding be-
draagt 15 mA.
55
OPTICAL SENSOR
(max 15mA)
12 Vdc (+)
SIGNAL
GND (-)

9.1.2 FOTOCELLEN MET FUNCTIE PHOTOTEST

De besturingseenheid omvat de functie PHOTOTEST, die de betrouwbaar-
heid van de veiligheidsinrichtingen verhoogt. Deze functie maakt het mogelijk
om voor het geheel bestaande uit de besturingseenheid en de veiligheidsfo-
tocellen de "categorie II" volgens de norm EN 13849-1 te bereiken.
Bij de start van elke beweging worden de betrokken veiligheidsinrichtingen
gecontroleerd; alleen als alles in orde is, wordt de beweging gestart.
Is het resultaat van de test daarentegen negatief (fotocel verblind door de
zon, kabels in kortsluiting enz.), dan wordt de storing vastgesteld en wordt
de beweging niet uitgevoerd.
Sluit de fotocellen aan zoals weergegeven in "Afbeelding 56".
a
De maximale beschikbare stroom op uitgang PHOTOTEST
is di 15 mA.
m
Als er 2 paar fotocellen worden gebruikt die met elkaar
interfereren, dan moet de "synchroniciteit" worden geac-
tiveerd; zie de beschrijving in de instructiehandleiding van
de fotocellen.
m
Als er inrichtingen van de automatisering worden vervan-
gen, toegevoegd of verwijderd, dan moet de aanleerproce-
dure worden uitgevoerd (zie hoofdstuk "Programmeren van
de openings- en sluitafstanden van de poort" op pag. 12).
NEDERLANDS – 27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave