7 Inbedrijfstelling
7.2
Werkwijze voor de inbedrijfstelling als
System Manager
Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze voor de inbedrijfstelling van een omvormer die als
System Manager wordt gebruikt.
Er kan telkens slechts 1 apparaat in de installatie als System Manager worden gebruikt (bijv. SMA
Data Manager of een omvormer als System Manager). Alle andere apparaten in de installatie
moeten als ondergeschikt apparaat worden geconfigureerd en in de System Manager worden
geregistreerd.
U krijgt een overzicht van de stappen die u in ieder geval in de aangegeven volgorde moet
uitvoeren.
Werkwijze
1.
Alle SMA Speedwire-apparaten die als onder-
geschikt apparaat aan de System Manager
moeten worden toegewezen in bedrijf nemen
(bijv. omvormers, energiemeters).
2.
De omvormer die als System Manager moet
worden geconfigureerd in bedrijf nemen.
3.
Verbinding maken met gebruikersinterface van
de omvormer die als System Manager moet
worden geconfigureerd. Daarvoor staan ver-
schillende verbindingsmogelijkheden ter beschik-
king:
• directe verbinding via WLAN
• verbinding via WLAN met lokaal netwerk
• verbinding via ethernet in lokaal netwerk
4.
Verander indien nodig de netwerkconfiguratie
op de welkompagina. Standaard is de door
SMA Solar Technology AG geadviseerde auto-
matische netwerkconfiguratie via DHCP-server
geactiveerd. Verander de netwerkconfiguratie
alleen, wanneer de standaardconfiguratie voor
uw netwerk niet geschikt is.
5.
Configuratie met behulp van de inbedrijfstel-
lingswizard uitvoeren. Daarbij in de apparaat-
functie Omvormer als System Manager se-
lecteren.
62
STPxx-50-BE-nl-11
SMA Solar Technology AG
Zie
Handleiding van de apparaten
hoofdstuk 7.3, pagina 63
hoofdstuk 8.1.2, pagina 68
hoofdstuk 8.1.1, pagina 65
Inbedrijfstellingsassistent
Inbedrijfstellingsassistent
Bedieningshandleiding