nl
5.2
Installatie
5.3
Hydraulische aansluiting
18
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door ondeskundige installatie.
• Laat de installatie uitsluitend uitvoeren door gekwalificeerd personeel.
• Neem de voorschriften voor de ongevallenpreventie in acht.
• Neem de lokale voorschriften in acht.
✓
De installatie wordt uitsluitend op de wand gemonteerd.
✓
Houd 1 meter afstand tot de vloer aan.
1.
Markeer de boorgaten op de wand (Fig. 8) en boor de gaten.
2.
Plaats de meegeleverde pluggen erin. Gebruik de juiste pluggen, afhankelijk van het
wandmateriaal.
3.
Plaats 3 schroeven (Ø 8 mm) in de pluggen en draai ze er tot 2/3 van de lengte in. De
maximaal toegestane diameter van de onderlegschijven (indien aanwezig) bedraagt
16 mm.
4.
Hang de installatie met behulp van de sleufgaten aan de achterkant (Fig. 9) op de
schroeven.
5.
Lijn de installatie met behulp van een waterpas horizontaal en recht uit.
6.
Draai de schroeven vanaf de voorkant met een schroevendraaier vast (draaimoment
max. 5 Nm).
GEVAAR
Gevaar voor de gezondheid door verontreinigd water.
Bedrijfswater is geen drinkwater. Het water dat door het apparaat
stroomt, is niet drinkbaar.
• Breng de sticker „Geen drinkwater" duidelijk zichtbaar op het appa-
raat aan.
• Een directe verbinding tussen de leidingwatervoorziening en de afna-
me van bedrijfswater is niet toegestaan.
VOORZICHTIG
Materiële schade door ondeskundige installatie.
Toevoer- en afvoerkoppelingen die niet voldoen aan de normen leiden
tot storingen.
• Blokkeer en verbuig flexibele toevoer- en afvoerslangen niet.
• Houd een buigradius van ten minste 60 mm op de overloopleiding
aan.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Trennsystem Basic • Ed.02/2023-12