6
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
6.1
Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol-
gens de uitleg in deze handleiding en conform de
van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
OPGELET
6.2
Regeling van de verbranding
In overeenstemming EN 267 moet het aanbrengen van de bran-
der op de ketel, de regeling en de keuring worden uitgevoerd vol-
gens de handleiding van de ketel. Hieronder valt ook de controle
van de CO- en CO
-concentratie in de rookgassen, de tempera-
2
tuur ervan en de gemiddelde temperatuur van het water van de
ketel.
De verbrandingslucht wordt uit de buitenlucht
aangezogen, bijgevolg kunnen er grote tempera-
tuurvariaties bestaan die de percentwaarde van
de CO
kunnen beïnvloeden. Het valt aan te ra-
OPGELET
2
den om de CO
grafiek.
Bijv.: temperatuur van de verbrandingslucht 20°C,
stel de CO
af op 12,5% (± 0,2%).
2
De waarden in Afb. 21 verwijzen naar 12,50% CO
van de zeespiegel en met de omgevingstemperatuur en de tem-
peratuur van de stookolie aan 20° C.
Verstuiver
GPH
Hoek
0,40
60° W
0,50
60° W
0,60
60° W
0,65
60° W
0,75
60° W
0,75
60° W
0,75
60° W
0,85
60° W
1,00
60° W
1,10
60° W
1,25
60° W
1,25
60° W
1,00
60° H
1,10
60° H
1,25
60° H
1,35
60° H
1,50
60° H
20136521
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
te regelen volgens onderstaande
2
op het niveau
2
Pomp
druk
bar
13
12
12
12
12
14
12
12
12
12
12
14
12
12
12
12
12
Controleer of de mechanismen voor regeling, be-
diening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET
14.0
13.5
13.0
12.5
12.0
11.5
11.0
10.5
10.0
-10
-5
0
Temperatuur verbrandingslucht (°C)
Debiet
brander
van de branderkop
kg/h ± 4%
1,5
1,7
2,1
2,3
2,7
3,0
2,7
3,0
3,7
4,1
4,6
5,0
3,8
4,3
4,9
5,2
6,0
20
NL
5
10
15
20
25
30
Afstelling
Afstelling
luchtklep
Merkteken
Merkteken
1
1,5
2
2,5
3
3,5
1,5
1,5
2
2,5
3,5
4
1
1,5
2
2,5
4
20159270
35
40
45
Afb. 21
1,4
1
2,2
2
3
3,2
1,2
1,8
2
2,2
2,8
3
1,5
2
3
3,5
5
Tab. G