Tabel 1-1 Basisfuncties
Functies
Cijferweergave
.
(pagina 71)
Decimaalteken
(pagina 17).
4
Aan de slag
Display/beschrijving
T
Druk kort op
en 9 om het aantal decimalen aan te geven. De
standaardinstelling is twee cijfers rechts van het
decimaalteken.
1. Het standaarddecimaalteken is een komma (zie
hieboven).
2. Schakel de rekenmachine eerst uit via de
S
knop
.
.
3. Houd
ingedrukt en druk vervolgens kort op
S
om het decimaalteken te veranderen van een
komma in een punt.
4. Voer dezelfde stappen opnieuw uit om de punt in
een komma te veranderen.
gevolgd door een getal tussen 0