Er zijn vier speciale registers die worden gebruikt voor het opslaan van
getallen tijdens berekeningen, die op elkaar worden gestapeld. Deze
X,Y, Z
T
registers, de 'stapel' genoemd, worden aangeduid met
en
. X
staat onderaan en T bovenaan. Tenzij de modus Program is geactiveerd
op de rekenmachine, is het getal in het display het getal in het X-
register. De getallen in de X- en Y-registers zijn in de eerste plaats de
getallen die worden gebruikt in berekeningen. De Z- en T-registers
worden gebruikt voor het automatisch opslaan van tussentijdse
resultaten tijdens kettingberekeningen.
R
De toets
scheidt getallen in de verticale stapel en plaatst deze in de
X- en Y-registers. Naast het weergeven van tussentijdse resultaten, stelt
deze verticale positionering van de stapel u in staat getallen te kopiëren
en herordenen zonder ze opnieuw te hoeven invoeren. Voor complexe
problemen waarvoor twee of meer bewerkingen zijn vereist, hoeft u geen
haakjes te gebruiken om de prioriteit van de bewerkingen aan te geven.
Voer eerst de getallen en bewerkingen in die u tussen haakjes zou willen
plaatsen en daarna de getallen en bewerkingen die niet tussen haakjes
hoeven. Wanneer voor een berekening meerdere sets haakjes nodig
zijn, begint u met het invoeren van de getallen en bewerkingen in de
binnenste set haakjes en werkt u op die manier naar buiten.
(
) (
)
+
×
+
3
4
5
6
Zo berekent u in RPN-modus bijvoorbeeld
. Zie
Tabel 1-2. Hoewel dit een eenvoudig voorbeeld is, kunt u deze
principes ook gebruiken voor complexere problemen.
10 Aan de slag