Turbimax CUS52D
Endress+Hauser
1. Kies gegevensrecord.
2. Stel 3 verschillende kalibratiepunten in het medium in en specificeer de bijbehorende
setpoints.
Een lineaire extrapolatie wordt uitgevoerd buiten het gekalibreerde bedrijfsbereik
(grijze lijn).
De kalibratiecurve moet monotoon stijgend zijn.
Kalibratievoorbeeld voor filterbewaking
Toepassingsvoorbeeld:
Wanneer een drempel wordt overschreden, wordt de meetwaarde op een maximum
ingesteld onafhankelijk van de actuele troebelheid.
FNU
1000
800
600
A
400
200
100
200
32
Voorbeeld voor filterbewaking
A
Toepassingskalibratie
B
Fabriekskalibratie
De volgende tabel toont de waarden in het voorbeeld (→ 32):
Meetwaarde
0
100
101
1000
Stabiliteitscriterium
Tijdens de kalibratie woren de meetwaarden zoals geleverd door de sensor gecontroleerd
om te waarborgen dat deze constant zijn. De maximale afwijkingen die mogen optreden in
meetwaarden tijdens de kalibratie zijn gedefinieerde in het stabiliteitscriterium.
De specificaties omvatten het volgende:
• De maximaal toegestane afwijking in temperatuurmeting
• De maximaal toegestane afwijking meet meetwaarde als een %
• Het minimale tijdvenster waarbinnen deze waarden moeten worden aangehouden
300
400
500
600
B
Doelmonsterwaarde
700
800
900
1000
0
100
1000
1001
Bedrijf
FNU
A0042887
31