Radiateur reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Onder zeer stoffige en vuile
omstandigheden moet de radiateur
vaker gereinigd worden.
Reinig de radiateur om te voorkomen dat de motor
oververhit raakt.
Opmerking:
Als het maaidek of de motor wordt
uitgeschakeld ten gevolge van oververhitting moet
u eerst controleren of er een buitensporig grote
hoeveelheid aangekoekt vuil op de ventilator van de
radiateur zit.
1.
Open de motorkap en zet vast met de
steunstang.
2.
Draai de flensmoer los die het reinigingsdeksel
aan de onderkant van het achterframe houdt
(Figuur
45). Draai het deksel naar de zijkant
zodat het reinigingsgat in het frame zichtbaar is.
Figuur 45
1. Reinigingsdeksel
3.
Reinig de radiateur met perslucht onder lage
druk (3,45 bar). Doe dit vanaf de ventilatorzijde
van de radiateur (geen water gebruiken).
Reinig vervolgens op dezelfde manier vanaf de
voorkant van de radiateur, opnieuw vanaf de
ventilatorzijde.
4.
Nadat de radiateur grondig is gereinigd
verwijdert u vuil uit het kanaal onderaan de
radiateur en rond het frame.
5.
Reinig het motorcompartiment en de
verbindingsstang van de rem.
6.
Sluit het reinigingsdeksel en zet de flensmoer
vast.
7.
Sluit de motorkap.
Onderhouden remmen
Remmen afstellen
Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer
dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet
naar behoren functioneren. Met speling wordt de
afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt
voordat er remweerstand wordt gevoeld.
Opmerking:
om de trommels heen en weer te bewegen om te
controleren of deze voor en na het afstellen vrij
kunnen bewegen.
1.
Om de speling op de rempedalen te verkleinen,
draait u de remmen vast. Draai hiervoor
de voorste moer op het draadeinde van de
remkabel los
1. Remkabels
g014515
2.
Draai de achterste moer vast om de kabel naar
achteren te halen totdat de rempedalen 1,27
tot 1,9 cm speling hebben voordat de wielen
blokkeren.
3.
Draai de voorste moeren aan en controleer of
beide kabels de remmen gelijktijdig in werking
stellen.
Parkeerrem afstellen
Als u de parkeerrem niet kunt inschakelen, moet u de
pal van de rem afstellen.
1.
Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van
de parkeerrem is bevestigd aan het frame
(Figuur
47).
51
Gebruik de speling van de wielmotor
(Figuur
46).
Figuur 46
2. Moeren voorzijde
g011616