Van vierwielbesturing naar
tweewielbesturing schakelen
Druk de schakelaar voor de besturingsselectie
23) naar voren. Wanneer de wielen niet voorwaarts
gecentreerd zijn, gaat het groene licht knipperen en
blijft de machine in vierwielbesturingsmodus tot de
vier banden recht naar voren wijzen. Draai het stuur
langzaam om de wielen recht te brengen tot het
groene licht stopt met knipperen en aan blijft. Als het
lichtje van de schakelaar ononderbroken groen blijft,
staat de machine in tweewielbesturingsmodus.
Opmerking:
Als u het stuurwiel te bruusk draait, kan
het zijn dat de wielen niet gecentreerd worden.
Van tweewielbesturing naar
vierwielbesturing schakelen
Druk de schakelaar voor de besturingsselectie
(Figuur
23) naar achteren. Wanneer de voorwielen
niet voorwaarts gecentreerd zijn, gaat het
groene licht knipperen en blijft de machine in
tweewielbesturingsmodus tot de vier banden recht
naar voren wijzen. Draai het stuur langzaam om de
wielen recht te brengen tot het groene licht stopt met
knipperen en uit blijft. Als het licht van de schakelaar
ononderbroken uit blijft, bevindt de machine zich in de
vierwielbesturingsmodus.
Opmerking:
Als u het stuurwiel te bruusk draait, kan
het zijn dat de wielen niet gecentreerd worden.
Opmerking:
Als het besturingsysteem niet juist
gecentreerd wordt na herhaaldelijk schakelen van
tweewielbesturing naar vierwielbesturing, raadpleeg
dan
Corrigeren van het verlopen van de uitlijning van
de besturing (bladz.
49).
De maai-eenheid of het
werktuig gebruiken
De maai-eenheid/het werktuig
opheffen en neerlaten
Met de hefschakelaar kunt u de maai-eenheid/het
werktuig opheffen en neerlaten
moet lopen om deze schakelaar te kunnen bedienen.
(Figuur
(Figuur
24). De motor
1. Hefschakelaar
•
Om de maai-eenheid/het werktuig neer te laten,
duwt u de schakelaar naar voren.
•
Om de maai-eenheid/het werktuig omhoog te
brengen, duwt u de schakelaar naar achteren.
Belangrijk:
U mag de schakelaar niet achteruit
blijven houden als de maai-eenheid/het werktuig
volledig omhooggekomen is. Anders zal het
hydraulische systeem schade oplopen.
Opmerking:
Om de maai-eenheid/het werktuig
te vergrendelen in de opgeheven positie, moet
u de maai-eenheid/het werktuig boven de
maaihoogtestand van 15 cm opheffen, de aanslagpen
voor de maaihoogte verwijderen en de pen in de
15 cm stand plaatsen; zie
(bladz.
26).
De aftakas inschakelen
Met de aftakasschakelaar kunt u de maaimessen
en verschillende aangedreven werktuigen in- en
uitschakelen.
1.
Een koude motor moet u 5 tot 10 minuten warm
laten worden voordat u de aftakas inschakelt.
2.
Ga op de stoel zitten, zorg ervoor dat het
tractiepedaal zich in de
en dat de motor op vol gas ingesteld is.
3.
Trek de aftakasschakelaar omhoog om de
aftakas in te schakelen
31
Figuur 24
De maaihoogte instellen
NEUTRAALSTAND
(Figuur
25).
g014177
bevindt