1. Aftakasschakelaar
Aftakas uitschakelen
Om de aftakas uit te schakelen, zet u de
aftakasschakelaar op UIT.
Tips voor bediening en
gebruik
Gebruik van de snel-stand van de
gashendel
Om tijdens het maaien genoeg vermogen voor de
machine en het maaidek te behouden, moet u de
gashendel op Snel zetten en uw rijsnelheid aanpassen
aan de omstandigheden.
Rijsnelheid kiezen
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u maaien
bij een lagere rijsnelheid. Verlaag de rijsnelheid als de
belasting van de maaimessen verhoogt; verhoog de
rijsnelheid als de belasting van de messen verlaagt.
Maairichting afwisselen
Maai afwisselend in verschillende richtingen om te
voorkomen dat er na verloop van tijd voren op de
grasmat ontstaan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en
bemesting ten goede komt.
Vermijden dat gras te kort wordt
gemaaid
Als de maaibreedte van de machine groter is dan
die van de machine die u voorheen gebruikte, zet
Figuur 25
u de maaihoogte hoger. Hierdoor voorkomt u dat
oneffenheden te kort worden afgemaaid.
Kies de juiste maaihoogte-
instelling voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer
dan ⅓ van de grassprieten. Bij zeer welig en dicht
gras moet u misschien de snelheid aanpassen en/of
de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten.
Belangrijk:
Als u meer dan ⅓ van de grassprieten
maait, of met dun lang gras of in droge
omstandigheden werkt, gebruik dan messen met
g014178
een platte vleugel om rondvliegend kaf en vuil te
verminderen en de druk op de maaiaandrijving
te matigen.
Lang gras maaien
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten
groeien of als het gras een hoog vochtgehalte heeft,
moet u de maaihoogte hoger instellen en het gras op
deze hoogte maaien. Maai het gras daarna op de
lagere, normale hoogte.
De maaier schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als gras en vuil zich in
de maaimachine ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een
onbevredigend maairesultaat.
Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing,
parkeerrem, maaidekken en de brandstofopslagplaats
vrij van overtollig vet, gras en bladeren om het risico
op brand te verminderen. Neem gemorste olie of
brandstof meteen op.
De messen onderhouden
•
Houd de maaimessen scherp gedurende het hele
seizoen. Een scherp mes maait het gras goed
af zonder het te scheuren of te rafelen. Door
scheuren en rafelen wordt het gras bruin aan
de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten.
•
Controleer elke dag of de maaimessen scherp
zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de
messen indien dit nodig is.
•
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u
het onmiddellijk vervangen door een origineel Toro
mes. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de
maai-eenheid voor de instructies aangaande het
vervangen van het mes.
32