Na gebruik
Algemene veiligheid
•
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat. Laat de machine afkoelen voordat
u deze afstelt, schoonmaakt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of sleept.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig
Machine met de hand
duwen
Als de machine stilvalt of afslaat wegens
brandstofgebrek moet u de machine mogelijk
duwen. Dan moet u eerst de beide hydraulische
omloopkleppen openen.
Belangrijk:
Duw de machine altijd met de hand
en nooit over lange afstanden. Sleep de machine
nooit; dit kan schade aan het hydraulische
systeem veroorzaken.
De machine duwen
1.
Schakel de aftakas uit, draai het sleuteltje
op U
, verwijder het sleuteltje en stel de
IT
parkeerrem in werking.
2.
Til de stoel omhoog.
3.
Draai de omloopkleppen 1 slag naar links
(Figuur
26).
Opmerking:
Hierdoor kan de hydraulische
vloeistof langs de pomp worden geleid zodat de
wielen kunnen draaien.
Belangrijk:
meer dan 1 slag. Dit voorkomt dat de kleppen
uit de behuizing vallen en de vloeistof naar
buiten stroomt.
4.
Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine
gaat duwen.
Machine in bedrijf stellen
1.
Draai de omloopkleppen 1 slag naar rechts en
draai ze met de hand vast
Opmerking:
vast.
2.
Draai de kleppen vast met een torsie van
ongeveer 8 N·m; zie
Opmerking:
De machine rijdt alleen als de
omloopkleppen zijn ingedraaid.
1. Omleidingskleppen
De machine transporteren
•
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of transporteert.
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
De bevestigingspunten
bepalen
Er zitten bevestigingspunten op de voorzijde en
achterzijde van de machine
33
Draai de omloopkleppen niet
(Figuur
26).
Draai de omloopkleppen niet te
Figuur
26.
Figuur 26
(Figuur
27).
g014270