80). Vervang beschadigde onderdelen en zet de
constructie weer in elkaar.
De voorrol monteren
1.
Druk het eerste lager in de rolbehuizing
80). Druk alleen op het buitenste loopvlak of druk
evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak.
2.
Plaats het afstandsstuk
3.
Druk het tweede lager in de rolbehuizing
(Figuur
80). Druk evenwijdig op het binnen- en
buitenloopvlak totdat het binnenloopvlak het
afstandsstuk raakt.
4.
Plaats de rolconstructie in het frame van de
maai-eenheid.
5.
Controleer of er maximaal 1,5 mm
speling is tussen de rolconstructie en de
rolmontagebeugels van het frame van de
maai-eenheid. Als de opening groter is dan
1,5 mm, plaats dan voldoende ringen met een
diameter van ⅝" om de speling aan te passen.
Belangrijk:
Als de rolconstructie wordt
bevestigd met een opening die groter is
dan 1,5 mm zorgt dit voor een zijdelingse
belasting van het lager. Dit kan leiden tot
voortijdige slijtage van het lager.
6.
Draai de bevestigingsbout vast met een torsie
van 108 N·m.
(Figuur
(Figuur
80).
Onderhoud van
maaimessen
Veiligheid van de messen
•
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Onderhoud van het
maaimes
De maai-eenheid is in de fabriek ingesteld op een
maaihoogte van 5 cm en met een harkmes van
7,9 mm. De hoogte-instellingen links en rechts zijn
ook vooraf ingesteld binnen 0,7 mm van elkaar.
De maai-eenheid is zo ontworpen dat de kamer
niet vervormd wordt wanneer het mes schokken
ondergaat. Als het mes een vast voorwerp raakt,
controleer dan of het mes is beschadigd en controleer
of het mes nog nauwkeurig maait.
Het maaimes controleren
1.
Verwijder de hydraulische motor uit de
maai-eenheid en verwijder de maai-eenheid van
de machine.
2.
Gebruik een takel (of minimaal twee personen)
en plaats de maai-eenheid op een vlakke tafel.
3.
Markeer 1 uiteinde van het mes met een
markeerstift. Gebruik dit uiteinde van het mes
om alle hoogtes te controleren.
4.
Plaats de snijrand van het gemarkeerde uiteinde
van het mes op 12 uur (recht vooruit in de
maairichting)
(Figuur
vanaf de tafel tot het snijvlak van het mes.
67
81) en meet de hoogte