Onderhoud van het
brandstoffilter
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Maak de omgeving van de kop van het
brandstoffilter schoon
Figuur 49
1. Kop van brandstoffilter
2.
Verwijder het filter en reinig het filterkopplaat-
singsoppervlak
(Figuur
3.
Smeer de filterpakking met schone motorolie;
raadpleeg de gebruikershandleiding van de
motor voor meer informatie.
4.
Monteer de droge filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
5.
Start de motor en controleer op brandstoflekkage
rond de filterkop.
(Figuur
49).
g028799
2. Brandstoffilter
49).
Rooster van brandstofaan-
zuigbuis reinigen
De brandstofaanzuigbuis bevindt zich in de
brandstoftank en is voorzien van een rooster dat
voorkomt dat er vuil in het brandstofsysteem komt.
Verwijder de brandstofaanzuigbuis en reinig het
rooster als dit nodig is.
1.
Verwijder de slangklem waarmee de
brandstoftoevoerslang is bevestigd aan de fitting
van de brandstofaanzuigbuis
1. Fitting (brandstofaanzuig-
buis)
2. Slangklem
3. Brandstoftoevoerslang
2.
Neem de slang van de fitting
3.
Til de brandstofaanzuigbuis van de brandstoftank
(Figuur
50).
Opmerking:
in de tank.
4.
Verwijder vuil van het scherm aan het uiteinde
van de brandstofaanzuigbuis
5.
Steek de brandstofaanzuigbuis door de
rubberen lagerbus en in de tank
Opmerking:
zo ver mogelijk in de rubberen lagerbus zit.
6.
Monteer de toevoerslang op de fitting van de
brandstofaanzuigbuis en bevestig de slang met
de slangklem die u verwijderd hebt in stap 1.
50
(Figuur
Figuur 50
4. Rubberen lagerbus
5. Scherm
(Figuur
Til de buis recht uit de lagerbus
(Figuur
(Figuur
Zorg dat de brandstofaanzuigbuis
50).
g036687
50).
50).
50).