4
Materiaal invoeren
7
8
9
Afbeelding 19
De transferfolie invoeren
Verwijder de transferfoliekern (8) van de opwikkelaar op dezelfde manier en stel hem in.
Schuif de lege kartonnen kern (9) tot aan de printer op de transferfoliekern (8).
Druk het rechthoekige uiteinde van de kern tegen de veer in het spanwiel (10) en schuif het linkeruiteinde tot aan
de aanslag in de geleiding (7).
Voer de transferfolie (11) via de printkop naar de opwikkelaar en bevestig deze met plakband aan de lege
kartonnen kern (9).
Volg de wikkelrichting van de afbeelding en let erop dat de folie niet gedraaid wordt.
Draai het spanwiel (10) in de wikkelrichting tot de folie gespannen is.
Sluit de printmodule, klap het bedieningspaneel omhoog en sluit het deksel.
4.6
Transferfolieloop instellen
1
2
Afbeelding 20
Transferfolieloop instellen
Vouwen in de transferfolieloop kunnen leiden tot fouten in het afdrukbeeld. Om vouwen te vermijden kan de transfer-
folieomleiding (1) worden afgesteld.
i
Aanwijzing!
Het afstellen kan het beste tijdens het afdrukken worden uitgevoerd.
Draai de schroef (2) met de inbussleutel en let op het gedrag van de folie.
Door met de klok mee te draaien, wordt de rechterkant van de transferfolie aangespannen. De linkerkant wordt
aangespannen door tegen de klok in te draaien.
10
11
17