PROTECT MENU (Menu Bescherming)
POWER ON DELAY
(Vertraging inschakelen)
DELAY TIME (Vertragingstijd)
LINK TO ID (Koppelen aan ID) Koppelt de [DELAY TIME] (Vertragingstijd) aan de ID van de monitor. Dit helpt om stroompieken te
SECURITY SETTINGS
(BEVEILIGINGSINSTELLINGEN)
PASSWORD (Wachtwoord)
SECURE MODE
(Beveiligde modus)
START-UP LOCK
(Opstartvergrendeling)
CONTROL LOCK
(Besturingsvergrendeling)
CHANGE PASSWORD
(Wachtwoord wijzigen)
CURRENT PASSWORD
(Huidig wachtwoord)
NEW PASSWORD
(Nieuw wachtwoord)
CONFIRM PASSWORD
(Wachtwoord bevestigen)
LOCK SETTINGS
(Vergrendelingsinstelling)
SELECT (SELECTEREN)
MODE (Modus)
UNLOCK (Ontgrendelen)
ALL LOCK
(Alles vergrendelen)
CUSTOM LOCK
(Aangepast vergrendelen)
POWER (Stroomvoorziening)
VOLUME
MIN VOL/MAX VOL
Vertraagt het inschakelen van de monitor gedurende de tijd die is ingesteld bij het indrukken van de
POWER ON (Aan)-toets.
De vertraging kan worden ingesteld tussen 0 en 50 seconden.
voorkomen die kunnen optreden als alle meerdere monitoren tegelijk worden ingeschakeld. Hoe hoger de
monitor-ID, hoe langer de vertraging is voordat de monitor wordt ingeschakeld.
Als de monitor-ID bijvoorbeeld 20 is en de [DELAY TIME] (Vertragingstijd) is 5 seconden, is de tijd die
verstrijkt tussen het moment dat de Aan-knop wordt ingedrukt en het moment dat de stroom daadwerkelijk
wordt ingeschakeld 95 seconden.
OPMERKING:
Als de [DELAY TIME] (Vertragingstijd) is ingesteld op 0 seconden, is er geen verlengde
vertraging voor [LINK TO ID] (Koppelen aan ID). De vertragingstijd moet 1 seconde of
hoger zijn om de inschakeling te vertragen.
Vereist invoer van een wachtwoord om de monitor te kunnen gebruiken.
Voer het huidige wachtwoord in om de instellingen in dit menu te wijzigen. Het standaard wachtwoord is 0000.
Selecteert wanneer een veiligheidswachtwoord nodig is om de monitor te gebruiken.
Het wachtwoord is vereist bij het inschakelen van de monitor.
Het wachtwoord is vereist wanneer u op een knop op het toetsenpaneel of de afstandsbediening van het
scherm drukt.
Hiermee kunt u het beveiligingswachtwoord wijzigen.
OPMERKING:
Het standaardwachtwoord is [0000].
Voer het huidige wachtwoord in om te wijzigen.
Voer een nieuw wachtwoord in.
Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in om de wijziging van het wachtwoord te bevestigen.
Voorkomt dat de monitor wordt bediend met de draadloze afstandsbediening, de knoppen op de monitor of
beide.
Als u [ACTIVATE] (Activeren) selecteert, worden alle instellingen geactiveerd.
OPMERKING:
• De functie [IR] is alleen van toepassing op de knoppen van de draadloze
afstandsbediening. Met deze functie worden de knoppen op de monitor niet vergrendeld.
• Om terug te keren naar normaal gebruik, houdt u de knop DISPLAY (Scherm) op de
afstandsbediening minimaal vijf seconden ingedrukt.
• Om terug te keren naar normaal gebruik, houdt u de knoppen SET (Instellen) en
MENU/EXIT (Menu/Sluiten) minimaal drie seconden tegelijk ingedrukt.
Selecteert het apparaat, [IR], [KEY] (Toetsen) of [KEY & IR] (Toetsen en IR).
Hiermee selecteert u de modus [UNLOCK] (Ontgrendelen), [ALL LOCK] (Alles vergrendelen) of [CUSTOM
LOCK] (Aangepast vergrendelen).
Alle knoppen zijn beschikbaar voor normaal gebruik.
Vergrendelt alle knoppen.
Alle knoppen zijn vergrendeld, met uitzondering van de volgende, die afzonderlijk kunnen worden
vergrendeld of ontgrendeld.
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om de Aan/uit-knop te kunnen gebruiken wanneer alle knoppen zijn
vergrendeld. Selecteer [LOCK] (Vergrendelen) om de knop te vergrendelen.
Wanneer [IR] is geselecteerd in [SELECT] (Selecteren):
- UNLOCK (Vergrendelen): Maakt het mogelijk om het volume te regelen met de VOL +/– toets op de
afstandsbediening.
Wanneer [KEY] (Toetsen) is geselecteerd in [SELECT] (Selecteren):
- UNLOCK (Vergrendelen): Schakel dit in om het volume te regelen met de toetsen + en – op de monitor.
Wanneer [KEY & IR] (Toetsen en IR) is geselecteerd in [SELECT] (Selecteren):
- UNLOCK (Vergrendelen): Schakel dit in om het volume te regelen met de knop VOL +/– op de
afstandsbediening en de toetsen + en – op de monitor.
LOCK (Vergrendelen): Om aanpassing van het volume te voorkomen. Bij het activeren van de
volumevergrendeling, wordt het volume van de monitor onmiddellijk gewijzigd naar de MIN VOL-waarde.
De volumeknoppen worden ontgrendeld en het volumeniveau kan alleen worden aangepast binnen het
ingestelde bereik MIN en MAX. VOLUME moet voor deze functie op [UNLOCK] (Ontgrendelen) worden
ingesteld.
OPMERKING:
Vergrendeling van [MIN VOL] en [MAX VOL] werkt alleen met geïntegreerde luidsprekers
en Audio-lijnuitgang (3,5 mm connector), maar werkt niet als [CEC] is ingesteld op
[MODE1] (Modus1) of [MODE2] (Modus2) en [AUDIO RECEIVER] (Audio-ontvanger) is
ingesteld op [ENABLE] (Inschakelen).
Nederlands−81