de hydraulische belasting van het systeem, beperkt
slijtage van onderdelen van het systeem en voorkomt
dat de maaidekken per ongeluk worden neergelaten.
1.
Zet de gashendel naar achteren op LANGZAAM.
2.
Zet de aftakasschakelaar in de stand Uit.
3.
Stel de parkeerrem in werking.
4.
Draai het contactsleuteltje op Uit.
5.
Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat de motor per ongeluk start.
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
De machine heeft interlockschakelaars in het
elektrische systeem. Deze schakelaars zijn bedoeld
om de motor uit te schakelen als de bestuurder
de stoel verlaat terwijl het tractiepedaal wordt
ingedrukt. De bestuurder kan echter de stoel verlaten
terwijl de motor loopt en het tractiepedaal in de
neutraalstand staat. Hoewel de motor blijft lopen als
de aftakas is uitgeschakeld en het tractiepedaal niet is
ingetrapt, dient u de motor af te zetten voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
Om de controleren of de interlockschakelaars
functioneren, moet u de volgende procedure
uitvoeren:
1.
Rij de machine langzaam naar een ruim, tamelijk
open terrein. Laat het maaidek neer, zet de
motor af en stel de parkeerrem in werking.
2.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en trap het
tractiepedaal in. Probeer de motor te starten.
De startmotor mag nu niet draaien. Als de
motor gaat draaien, is er een defect in het
interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
3.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de
motor. Kom overeind uit de bestuurdersstoel en
schakel de aftakasschakelaar in. De aftakas
mag niet in werking komen. Als dit wel gebeurt,
is er een defect in het interlocksysteem dat moet
worden verholpen voordat u de machine gaat
gebruiken.
4.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking en start de motor. Zet
het tractiepedaal uit de neutraalstand. De motor
moet afslaan. Als de motor niet afslaat, is er een
defect in het interlocksysteem dat moet worden
verholpen voordat u de machine gaat gebruiken.
De machine duwen of
slepen
In noodgevallen kan u de machine vooruit bewegen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische
pomp in werking te stellen en de machine te duwen
of te slepen. U mag de machine niet duwen of slepen
over een afstand van meer dan 0,4 km.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat hierdoor
de transmissie intern kan worden beschadigd. De
omloopklep moet open zijn als de machine wordt
geduwd of gesleept.
Belangrijk:
Als de machine achteruit moet
worden geduwd of gesleept, moet u ook zorgen
voor een omleiding langs de afsluitklep in het
verdeelstuk van de vierwielaandrijving. Daartoe
moet u een slangset (slang onderdeelnr. 95-8843,
koppeling nr. 95-0985 [aantal 2], en hydraulische
aansluiting nr. 340-77 [aantal 2]) aansluiten op
de testpoort voor de druk in de tractie voor de
achteruitstand en de poort voor de druk in de
vierwielaandrijving in de achteruitstand.
1.
Open de motorkap en verwijder het middelste
scherm.
2.
Draai de omloopklep 90° (1/4 slag) in een van
beide richtingen om deze te openen en de olie
inwendig om te laten leiden
Opmerking:
kan de machine worden voortbewogen zonder
dat de transmissie wordt beschadigd. Let op de
stand van de klep als deze wordt geopend of
gesloten.
30
(Figuur
23).
Omdat de vloeistof is omgeleid,