Programmering met TAPPS2 / Ingangen
Omschrijving
Invoer van de ingangsomschrijving door keuze uit de vooringestelde omschrijvingen uit verschillende
betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerde omschrijvingen.
Sensortype analoog / temperatuur:
•
Algemeen
•
Opwekker
•
Verbruiker
•
Leiding
Daarnaast kan aan iedere omschrijving een getal 1 – 16 worden toegewezen.
Sensorcorrectie
Voor de meetgrootheden temperatuur, solarstraling, vochtigheid en regen van het sensortype analoog
bestaat de mogelijkheid voor een sensorcorrectie. De gecorrigeerde waarde wordt voor alle
berekeningen en weergaves gebruikt.
Voorbeeld: Temperatuursensor Pt1000
Gemiddelde waarde
Deze instelling betreft de periodieke middeling van de meetwaarde.
Een gemiddelde waardetijd van 0,3 seconden leidt tot een zeer snelle reactie van de weergave en het
apparaat, echter er dient met schommelingen van de waarde te worden gerekend.
Een hoge gemiddelde waardetijd leidt tot traagheid en is alleen voor sensoren voor gebruik bij
warmtemetingen aan te bevelen.
Bij eenvoudige meetopgaves dient tussen 1-3 seconden te worden gekozen, bij de hygiënische
tapwaterbereiding met de ultrasnelle sensor 0,3–0,5 seconden.
Sensorcheck voor analoge sensoren
Voorbeeld:
20
•
Klimaat
•
Gebruiker
omschrijvingen)
Een geactiveerde „Sensorcheck" (invoer: „Ja")
genereert bij een kortsluiting cq. een onderbreking
automatisch een foutmelding: In de bovenste
statusbalk
wordt
weergegeven, in het menu „Ingangen" krijgt een
defecte sensor een rode rand.
(gebruikersgedefinieerde
een
waarschuwingsdriehoek
Onderbreking van
sensor 1
Standaardwaarde