Druk op de toetsen om het nummer van de WAP-poort voor het IP-adres van
5
de primaire WAP-gateway in te voeren.
Druk op
(
) om het nummer van de primaire poort op te slaan.
6
OK
7
Druk op
WIJZIG
(
) om
Druk op de toetsen om het IP-adres van de secundaire WAP-gateway in te
8
voeren.
Druk op
(
) om het secundaire IP-adres op te slaan.
9
OK
10 Druk op
WIJZIG
(
) om
11 Druk op de toetsen om het nummer van de WAP-poort voor het IP-adres van
de secundaire WAP-gateway in te voeren.
12 Druk op
(
) om het nummer van de secundaire poort op te slaan.
OK
13 Druk op
(
) om
WIJZIG
14 Druk op
om naar de gewenste time-outwaarde bij inactiviteit te bladeren.
15 Druk op
OK
(
) om de time-outwaarde op te slaan.
De CSD-datasnelheid instellen
Met de optie Datasnelheid stelt u de gewenste datasnelheid in voor een CSD-
verbinding.
1
Druk op
WIJZIG
(
) om
2
Druk op
om naar de gewenste datasnelheid te bladeren.
Druk op
(
) om de datasnelheid op te slaan.
3
OK
Het CSD-lijntype instellen
Met de optie Lijntype stelt u het gewenste type voor de netwerkgegevens in voor
een CSD-verbinding.
1
Druk op
(
) om
WIJZIG
Druk op
om naar
2
Modem
3
Druk op
OK
(
) om het lijntype op te slaan.
Meldingsberichten van de operator instellen
Met de optie Bevestiging kunt u specifieke meldingsberichten van de operator
inschakelen of uitschakelen.
1
Druk op
WIJZIG
(
) om
2
Druk op
om naar
Aan
Druk op
(
) om de instelling voor de meldingsberichten van de operator
3
OK
op te slaan.
96 Browser
WAP IP 2
te selecteren.
WAP-poort 2
te selecteren.
te selecteren.
Time-out
Datasnelheid
te selecteren.
te selecteren.
Lijntype
of
te bladeren.
ISDN
Bevestiging
te selecteren.
of
te bladeren.
Uit