RMS621
Weergave in het display
Configuratiefout:
• Druk
• Analoge temperatuur
• PTx-temperatuur
• Analoge flow!
• PFM-Impuls-flow!
• Toepassingen!
• Grenswaarde!
• Analoge uitgangen!
• Impulsuitgangen!
• Druk gem. waarde
• Temperatuur gem. waarde
• Flow gemiddelde waarde
• Flowverschildruk (DP)
• Flow-Splitting Range
• Flow-DP: Geen berekening
Natte stoomalarm
Temp. buiten stoombereik!
Druk buiten stoombereik!
Max. verz. stoomtemperatuur overschreden!
Stoom: condensaattemperatuur
Water: kooktemperatuur
Signaalbereikoverschrijding "Kanaalnaam"
"Signaalnaam"
Endress+Hauser
9.3
Procesfoutmeldingen
Oorzaak
• Foutieve resp. onvolledige programmering of
verlies van kalibratiegegevens
• Niet plausibele toekenning klemmen
• Fout in de berekening
• Leidingdata of procesgrootten buiten toegestane
grenen conform ISO 5167
• Vanwege een foutieve configuratie volgt geen
berekening
De uit de temperatuur en druk berekende
stoomtoestand ligt in de buurt
(2 °C) van de verzadigde stoom curve
Gemeten temperatuur buiten het toegestane
stoomwaardebereik. (0 ... 800 °C)
Gemeten druk buiten het toegestane
stoomwaardebereik. (0 ... 1000 bar)
Gemeten of berekende temperatuur buiten het
verzadigde stoombereik (T>350 °C)
Fase-overgang!
Gemeten of berekende temperatuur komt overeen
met de condensaattemperatuur van de verzadigde
stoom.
Gemeten temperatuur komt overeen met de
kooktemperatuur van water (water verdampt!)
Stroomuitgangssignaal minder dan 3,6 mA of meer
dan 21 mA.
Storingen oplossen
Oplossing
• Controleer of alle noodzakelijk posities zijn
bezet met plausibele waarden.
(→ par. 6.3.3 Hoofdmenu - Setup)
• Controleer of ingangen in tegenspraak met
elkaar zijn toegekend (bijv. aan flow 1 zijn twee
verschillende temperaturen toegekend).
(→ par. 6.3.3 Hoofdmenu - Setup)
• Leidingdata controleren
• DP-ingang aan een toepassing toekennen
• Controleer de toepassing, meetinstrumenten en
aangesloten sensoren.
• Wijzig de grenswaardefunctie, indien u het
"Natte stoomalarm" niet nodig heeft
(→ instellingen grenswaarden, par. 6.3.3)
Instellingen en aangesloten sensoren controleren.
(→ instellingen ingangen, par. 6.3.3)
Instellingen en aangesloten sensoren controleren.
(→ instellingen ingangen, par. 6.3.3)
• Instellingen en aangesloten sensoren
controleren.
• Stoomtype „oververhit" instellen en meting met
drie ingangsgrootheden (Q, P, T) uitvoeren.
(→ instellingen toepassingen, par. 6.3.3)
• Toepassing, meetinstrumenten en aangesloten
sensoren controleren.
• Maatregelen voor procesbesturing: temperatuur
verhogen, druk verminderen.
• Een mogelijk onnauwkeurige temperatuur-
resp. drukmeting; zuiver rekenkundige bepaling
van een fase-overgang van stoom naar water,
die in werkelijkheid niet plaatsvindt;
onnauwkeurigheden door instelling van een
offset voor temperatuur (ca. 1-3 °C)
compenseren.
• Toepassing, meetinstrumenten en aangesloten
sensoren controleren.
• Maatregelen voor procesbesturing: temperatuur
verminderen, druk verhogen.
• Controleer of de stroomuitgang correct is
geschaald.
• Wijzig de aanvangs- en/of eindwaarde van de
schaal.
57