4. Installeer de voedingseenheid.
a. Houd de vervangende voedingseenheid zodanig vast dat de hendel (A) helemaal naar beneden
staat.
b. Schuif de voedingseenheid voorzichtig zo ver mogelijk in het compartiment.
c. Draai de hendel omhoog totdat deze in de vergrendelde stand klikt.
d. Sluit de voedingskabel weer aan op de voedingseenheid.
e. Zet de aan/uit-schakelaar aan de rechterkant van de nieuwe voedingseenheid in de stand Aan.
Let op de status van de LED's op de voedingseenheid.
a. Als de LED's aangeven dat de voedingseenheid niet correct werkt (d.w.z. als na 15 seconden de
groene LED's niet allebei ononderbroken branden), zet u de nieuwe voedingseenheid uit met be-
hulp van de aan/uit-schakelaar aan de rechterkant, wacht u 5 seconden, en zet u hem weer aan.
b. Als de LED's nog steeds aangeven dat de voedingseenheid niet correct werkt, (d.w.z. als na 15 se-
conden de groene LED's niet allebei ononderbroken branden), verwijdert u de voedingseenheid uit
het systeem en installeert u hem opnieuw. Ga pas verder als de LED's aangeven dat de
voedingseenheid correct werkt.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
13