VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de binnen- en buitenunit, de voedingskabel en de bedrading op tenminste 1 meter afstand van televisietoe-
stellen of radio's om beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen.
(Een afstand van 1 meter kan afhankelijk van het ontvangen signaal niet voldoende zijn om de storing te elimineren.)
• Installeer de binnenunit zo ver mogelijk weg van TL-verlichting.
Als er een draadloze kit is geïnstalleerd in een ruimte met elektronische TL-verlichting (types met omzetter
of snelstarter), kan het bereik van de afstandsbediening korter zijn. (OPMERKING 1)
OPMERKING
1. Beperkende bepalingen gelden voor het type onbedekte verlichting, maar geldt niet voor het type inge-
bouwde verlichting.
2. Wanneer de luchtuitlaat gesloten is, moet de afstand aangeduid met " " over een afstand van 30 mm of
meer beschikken.
3. Zie voor het instellen van de luchtstroomrichting van het horizontale blad de bedieningshandleiding van de
binnenunit en afstandsbediening.
(2) Hoogte van het plafond
• Deze binnenunit kan worden opgehangen aan plafonds tot een hoogte van 3,5 m (modellen 100·125: tot
4,0 m).
• Echter, als het plafond hoger is dan 2,7 m (modellen 100·125: 3,2 m), dient deze ter plekke te worden
ingesteld, met de afstandsbediening. Zie hoofdstuk "10. LOKALE INSTELLING".
(3) Luchtafvoerrichting
Selecteer het luchtafvoerpatroon overeenkomstig de installatieplaats.
In geval van 2-weg en 3-weg moet het luchtafvoerpatroon met behulp van de afstandsbediening ter
plaatse worden ingesteld.
Zie hoofdstuk voor meer informatie "10. LOKALE INSTELLING".
(Waarschuwing)Aangezien er een aantal beperkingen zijn met betrekking tot de leidingverbindingen,
moet het luchtafvoerpatroon van Afb. 3 worden geselecteerd.
De namen van de luchtuitlaat zijn aan de hand van het aantal "
onderzijde van de luchtuitlaat. (Zie Afb. 4)
(4) Gebruik van bevestigingsbouten voor de installatie.
Controleer of de locatie waar de unit wordt geïnstalleerd sterk genoeg is om de massa van de binnenunit
te dragen en hang de unit, indien nodig, op met bouten na de unit te hebben versterkt met balken enz.
(Raadpleeg het installatiepatroonpapier (11) voor de montageafstand.)
(Afvoerpatroon) (Aanzicht vanaf het plafond)
4-weg afvoer
2
3
4
2-weg afvoer (optioneel blokkeringsmateriaalpakket
2
Nederlands
3-weg afvoer
2
1
1
4
2-weg afvoer is vereist)
2
1
4
Afb. 3
" markeringen ingegraveerd aan de
De aanduiding "
toont de uitlaatrichting van
2
de koelmiddelleidingen.
: Achterwaartse uitlaatleiding
3
1
(rechte uitlaat)
Voor opgaande
uitlaatleidingen kan elk
willekeurig uitlaatpatroon
worden geselecteerd.
.
"
: Naar rechts gaande
uitlaatleiding (leiding
moet worden gebogen)
7