• Installeer de leiding zo kort mogelijk met een neerwaartse helling van 1/100 of meer en waar geen lucht
kan stagneren. (Zie Afb. 28)
(Het kan een abnormaal geluid zoals een bubbelende ruis veroorzaken.)
Als het afvoerwater stilstaat in de afvoerleiding, kan de leiding verstopt raken.
• Installeer steunen op een afstand van 1 tot 1,5 m zodat de leiding niet afbuigt. (Zie Afb. 29)
Afvoerleiding
(accessoire)
VP20
OK
Gebruik de bijgevoegde afvoerslang (1) (voor leidingen die naar rechts gaan), het kniestuk (10) (voor lei-
dingen die naar boven en naar achteren gaan) en metalen klem (2).
Het gebruik van een oude afvoerslang of een kniestuk of klem kan waterlekkage veroorzaken.
• Isoleer de leiding die door de binnenunit loopt.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Voorkom buigen of draaien van de bevestigde afvoerslang om te voorkomen dat deze (1) teveel belast
wordt.
(Dit kan waterlekkage veroorzaken.)
• Sluit de afvoerleiding niet rechtstreeks aan op een riool dat naar ammoniak ruikt.
De ammoniak in het riool kan door de afvoerleiding gaan en de warmtewisselaar van de binnenunit aan-
tasten.
< Let goed op bij het aanbrengen van opgaande afvoerleidingen >
• De maximumhoogte van de stijgende afvoerbuis is 600 mm.
• Installeer de stijgende afvoerbuis verticaal. (Zie Afb. 29)
20
Afb. 28
Afvoerslang (1)
(voor verbinding met VP20)
(accessoire)
Stijgbuis
Kniestuk (10) (accessoire)
Metalen klem (2)
(accessoire)
Afb. 29
(Let op voor opgaande afvoerleiding)
Neerwaartse helling van 1/100 of meer
OK
Niet toegestaan
Afstand 1~1,5 m
VP20
Plafondplaat
Steun
Afvoerpijp
Stijgbuis
Kniestuk (10)
(accessoire)
Niet toegestaan
Nederlands