Inhoudsopgave
Advertenties
[Wanneer het elektrische bedradingswerk niet is voltooid]
• Het elektrische bedradingswerk (inclusief aarding) moet door een gekwalificeerd elektricien worden uit-
gevoerd.
• Als na voltooiing van het elektrische bedradingswerk geen gekwalificeerd persoon aanwezig is, contro-
leer dan de bedrading overeenkomstig de gespecificeerde methode in [Wanneer het elektrische
bedradingswerk is voltooid].
1. Open het deksel van de besturingskast, en sluit de voeding met enkele fase aan op de aansluiting (1,
2) op het aansluitingenblok (X2M) voor binnen-buiten transmissiebedrading, en de aardleider op de
aansluiting voor de aarde. (Zie Afb. 35)
Aansluitingenblok (X2M)
voor binnen-buiten
besturingsbedrading
2. Zorg dat het deksel van de besturingskast gesloten is alvorens de voeding in te schakelen.
3. Giet geleidelijk 1 liter water uit de luchtuitlaat
op de elektrische componenten zoals de afvoerpomp.
Giet, als de luchtuitlaat
4. Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, treedt de afvoerpomp in werking. Controleer de afvoer.
(De afvoerpomp stopt automatisch na 10 minuten.)
5. Schakel de voeding uit na het controleren van de afvoer en verwijder de bedrading van de voeding.
6. Plaats het deksel van de besturingskast zoals eerder omschreven.
8. HET AANLEGGEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING
8-1 ALGEMENE INFORMATIE
• Zorg ervoor dat al het elektrische bedradingswerk wordt uitgevoerd door gekwalificeerd personeel overeen-
komstig de van toepassing zijnde wetgeving in deze installatiehandleiding, gebruikmakend van een afzon-
derlijk circuit.
Een onjuiste voedingsspanning en fouten in de bedrading kunnen elektrische schokken en brand tot gevolg
hebben.
• Plaats een aardlekschakelaar.
Het negeren van deze aanwijzing kan kortsluiting of brand veroorzaken.
• Schakel de voedingsspanning (hoofdschakelaar, overspanningsschakelaar) niet in voordat alle werkzaam-
heden zijn beëindigd.
• Meerdere binnenunits zijn op één buitenunit aangesloten. Benoem elke binnenunit als A-unit, B-unit ....
enz. Wanneer deze binnenunits op de buitenunit en de BS-unit worden aangesloten, moet er op worden
gelet dat de bedrading van de binnenunit altijd op de aansluiting met hetzelfde symbool als op het klem-
menblok wordt aangesloten. Wanneer de bedrading en de leidingen op de verschillende binnenunits zijn
aangesloten en ingeschakeld worden, ontstaat een storing.
• De airconditioner moet geaard worden. De aardingsweerstand moet voldoen aan de plaatselijke wetge-
ving.
Nederlands
1
2
3
Aardklem
Voeding
220 - 240V
~
Afb. 35
50 Hz
3
gesloten is, water uit de luchtuitlaat
Aansluitingenblok (X2M)
voor binnen-buiten
besturingsbedrading
3
in de afvoerbak (Afb. 34). Vermijd opspattend water
2
.
23
Advertenties
Inhoudsopgave
