2.
Voordat u de motor start, moet u het
omloopventiel sluiten door deze 90° (¼ slag) te
draaien. U mag de motor niet starten terwijl het
ventiel open is.
De Standaard Controle
Module (SCM) gebruiken
De Standard Control Module is een ingekapseld
elektronisch apparaat dat is vervaardigd in een
'one size fits all'-configuratie. De module gebruikt
halfgeleider- en mechanische elementen ten behoeve
van de controle en regeling van de standaard
elektrische functies die nodig zijn voor een veilig
gebruik van het product.
De module controleert inputs zoals neutraalstand,
parkeerrem, aftakas, starten, wetten en hoge
temperatuur. De module activeert outputs zoals de
solenoïde voor de aftakas, de startmotor en de ETR
(activering om te lopen).
De module is verdeeld in inputs en outputs. Inputs
en outputs worden aangegeven door groene
LED-controlelampjes die zijn aangebracht op de
printplaat.
De input voor het startcircuit wordt geactiveerd door
12 VDC. Alle andere inputs worden geactiveerd
als het circuit wordt gesloten om massa te maken.
Elke input heeft een LED die gaat branden als het
desbetreffende circuit wordt geactiveerd. Gebruik
de input-LEDs om problemen met het circuit van de
schakelaar en de input te verhelpen.
De output-circuits worden geactiveerd door correcte
input-condities. De 3 outputs omvatten Aftakas, ETR
en STARTEN. De output-LEDs controleren de conditie
van de relais en geven aan dat er elektrische spanning
op een van de drie contactpunten voor de output is.
De output-circuits stellen niet vast of het
output-apparaat correct functioneert, zodat in geval
van problemen met de elektrische functies ook de
LEDs en de werking van de gewone apparatuur en
de kabelboom moeten worden gecontroleerd. Meet
de impedantie van het losgekoppelde onderdeel, de
impedantie door de kabelboom (loskoppelen bij de
SCM), of voer een test uit waarbij het desbetreffende
onderdeel tijdelijk wordt geactiveerd.
De SCM is niet aangesloten op een externe computer
of een draagbaar apparaat, kan niet opnieuw worden
geprogrammeerd en registreert geen periodieke
gegevens over storingen en problemen.
Des sticker op de SCM bevat uitsluitend symbolen.
Het output-vak bevat symbolen voor de LEDs van de
drie outputs. Alle andere LEDs zijn inputs. Op de
onderstaande tabel staan de symbolen.
1. Inputs
2. Wetten
3. Oververhitting
4. In stoel
5. Aftakasschakelaar
6. Parkeerrem uit
Hier vindt u in logische volgorde de stappen die
u moeten nemen op de SCM om problemen te
verhelpen.
1.
Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen
(aftakas, Starten of ETR).
2.
Draai het contactsleuteltje naar de stand A
en kijk of het rode ledlampje voor het vermogen
brandt.
3.
Beweeg alle input-schakelaars om er zeker van
te zijn dat alle LEDs van status veranderen.
4.
Zet de input-apparaten in de juiste stand om
de correcte output te verkrijgen. Gebruik de
volgende tabel om de correcte input-conditie te
bepalen.
5.
Als een specifieke output-LED brandt zonder de
juiste output-functie, moet u de bedrading van
de output, de aansluitingen en het onderdeel
controleren. Indien nodig repareren.
6.
Als een specifieke output-LED niet brandt, moet
u beide zekeringen controleren.
7.
Als een specifieke output-LED niet brandt en de
inputs zijn in goede conditie, moet u een nieuwe
SCM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft
de input- en output-vereisten voor elke specifieke
functie van het product aan. De functies van het
product worden vermeld in de linkerkolom. De
symbolen geven de conditie van een specifiek circuit
aan zoals: geactiveerd voor spanning, gesloten om
massa te maken en geopend om massa te maken.
35
Figuur 45
7. Neutraalstand
8. Aftakas
9. Start
10. ETR
11. Hydraulisch bekrachtigd
12. Outputs
g190826
AN